Verkeersknelpuntenstudie SGP Zoetermeer-Zuidplas : inventarisatie en analyse wegenstructuur. In opdracht van Dienst Landelijk Gebied in de provincie Zuid-Holland.

Auteur(s)
-
Jaar
Samenvatting

De raamplancommissie Zoetermeer-Zuidplas heeft als opdracht om een raamplan voor het plangebied op te stellen. Het plangebied bevindt zich globaal in de driehoek Zoetermeer, Rotterdam, Gouda. In dit stadium van planvorming worden nog geen gedetailleerde plannen gemaakt. Momenteel zijn er twee integrale modellen, "De Groen-Blauwe Stad" en "Het Bruisende Land", die samen met het model van de Autonome Ontwikkelingen de basis moeten gaan vormen voor het raamplan. Dit rapport vormt een verslag van een, middels interviews en literatuuronderzoek uitgevoerde, inventarisatie en analyse van de huidige en toekomstige verkeerskundige situatie. Hierbij zijn verkeerskundige gegevens en de autonome ontwikkelingen in kaart gebracht, gevolgd door een schets van de ruimtelijke ontwikkelingen in het kader van de landinrichting. Deze inventarisatie en analyse hebben een beeld opgeleverd van de toekomstige verkeerskundige situatie in het gebied en de knelpunten die daarbij kunnen optreden. De huidige situatie wordt gekenmerkt door een groot aantal knelpunten in de verkeersafwikkeling. Bijna 50% van het wegennet heeft een slechte verkeersafwikkeling. Het betreft de rijkswegen A12 en A20 met een vijftal aansluitingen op het onderliggende wegennet en een groot deel van de provinciale wegen N209, N219, N455 en N456. Op het lokale wegennet is er een slechte verkeersafwikkeling op (delen van) de Noordelijke- en Zuidelijke Dwarsweg, de Moerkapelse Zijde, de Onderweg, Plasweg en Zegwaartseweg. Er is sprake van sluipverkeer op de Krommetochtweg te Bergschenoek en de parallelwegen langs de A20 te Nieuwerkerk ald Ijssel. Al deze knelpunten zorgen ook voor een slechte leefbaarheid (vooral Zevenhuizen en Hazerswoude-Dorp) en hoge mate van verkeersonveiligheid. Het fietspadennet kent, ondanks een redelijke omvang, een aantal belangrijke ontbrekende schakels. Het betreft een aantal lokale wegen met een verbindende functie tussen kernen, waarlangs een vrijliggende fietsvoorziening wordt gemist. Vooral de verbinding tussen Zevenhuizen en Moerkapelle/Waddinxveen mist vrijliggende fietsvoorzieningen (Plasweg, Julianastraat en Noordeinde). Andere fietsverbindingen die worden gemist zijn de verbinding tussen Benthuizen en de Oude Rijn (Bentweg en Westzijde) en een verbinding naar Rotterdam (Wollefoppenweg en Groeneweg). Voorts ontbreken nog fietsvoorzieningen langs de traverse Zevenhuizen (N219), Onderweg, Kruisweg en de Zegwaartseweg, In de huidige situatie hebben de bovenomschreven knelpunten ook negatieve invloed op de afwikkeling van het openbaar vervoer en het landbouwverkeer en op de recreatieve bereikbaarheid van het gebied. In de autonome ontwikkeling neemt de verkeersdruk op het gebied verder toe. Woninguitbreiding, nieuwe bedrijfsterreinen en uitbreiding van glastuinbouwlocaties verslechteren de bestaande knelpunten in de verkeersafwikkeling. Bovendien ontstaat er een aantal nieuwe knelpunten met betrekking tot het gemotoriseerde verkeer zoals de Beijeincklaan, Bredeweg, Zuidelijke Dwarsweg, Zuideinde, Bierhoogtweg en Tweede Tochtweg. Nieuwe knelpunten ontstaan er ook voor het utilitaire fietsverkeer op de Abr. Kroesweg, Huulslootweg, Zuideinde, Zuidelijke Dwarsweg, Bierhoogtweg en Tweede Tochtweg en voor het recreatieve fietsverkeer op de Zuidelijke Dwarsweg. Al deze knelpunten verslechteren de leefbaarheid in het gebied. Door de gemeentelijke wegbeheerders wordt hierop geantwoord met een aantal wensen met betrekking tot de aanleg van nieuwe infrastructuur, waarvoor in veel gevallen nog geen bestuurlijke commitment bestaat. Zou deze nieuwe infrastructuur volledig gerealiseerd worden dan zouden vrijwel alle knelpunten voor het gemotoriseerde verkeer worden opgelost. Daar staat tegenover dat de barrièrewerking door de nieuwe verbindingen wordt vergroot wat de nodige compenserende maatregelen vereist. Hierin is in de autonome ontwikkeling niet in alle gevallen voorzien. Voorts worden in de autonome ontwikkeling de knelpunten met betrekking tot het ontbreken van vrijliggende fietsvoorzieningen onvoldoende aangepakt. Bij de planvorming in landinrichting zijn twee integrale modellen ontwikkeld 'De Groen-Blauwe Stad' en 'Het Bruisende Land'. In dit rapport worden beide modellen op hun verkeerskundige gevolgen beoordeeld. In beide modellen is veel aandacht voor recreatieve (fiets)routes. Er worden nieuwe knelpunten gesignaleerd m.b.t. de drooglegging van (kavel)wegen in de Tweemanspolder (calamiteitenberging) en de moeraszone in de Zuidplaspolder, de kruising van de recreatieve routes met de (hoofd)verbindingen voor het gemotoriseerde verkeer en het ontbreken van een visie op de locatie en omvang van gewenste parkeervoorzieningen. Landinrichting biedt ook (verkeerskundig) perspectief. Landinrichting kan bijdragen aan een aantrekkelijk netwerk van recreatieve routes. Hierbij is het van belang te onderzoeken waar recreatieve routes gelegen kunnen worden. Geadviseerd wordt om bij de uitvoering van recreatieve routes de hoogste prioriteit te geven aan vrijliggende (fiets)voorzieningen langs wegvakken die al in de huidige situatie een knelpunt vormen. Voorts biedt het instrumentarium van landinrichting mogelijkheden om wegbeheerders financieel te ondersteunen voor het verbeteren van verkeersonveilige locaties. Hiermee kan, zeker als de mogelijkheden van uitvoering bij voorrang worden benut, op korte termijn een bijdrage worden geleverd aan het verhogen van de verkeersveiligheid en daarmee de leefbaarheid in het gebied. Het SGP Zoetermeer-Zuidplas heeft geen taakstelling in het aanleggen van infrastructuur voor het gemotoriseerde verkeer. Wel kan landinrichting, door het reserveren van gronden, gewenste ontwikkelingen voor nieuwe infrastructuur voor het gemotoriseerde verkeer open houden. (Author/publisher)

Publicatie aanvragen

14 + 1 =
Los deze eenvoudige rekenoefening op en voer het resultaat in. Bijvoorbeeld: voor 1+3, voer 4 in.

Publicatie

Bibliotheeknummer
20012016 ST [electronic version only]
Uitgave

Amersfoort, Hauptmeijer Verkeer, 2000, 52 p. + app., + krtn.; Projectnummer 9920

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.