Verkeersonveiligheid van jonge autobestuurders in de periode 1985-1994

Ontwikkelingen in onveiligheid en enkele achtergronden daarvan
Auteur(s)
Twisk, Drs. D.A.M
Jaar
Indeze studie is nagegaan hoe de verkeersonveiligheid van jonge automobilisten zich heeft ontwikkeld in de periode 1985-1994. Ontwikkelingen in risico Jonge bestuurders vormen in 1994 nog steeds een risicogroep; hun betrokkenheid bij ernstige ongevallen per afgelegde kilometer is relatief groot. Dit geldt vooral voor de jonge mannelijke bestuurders. Wel blijkt het absolute aantal jonge bestuurders dat betrokken is bij ernstige ongevallen in de afgelopen tien jaar sterk te zijn afgenomen. Bij jonge mannen is dit aantal bijna gehalveerd. Ongeveer éénderde van deze afname komt door een toegenomen veiligheid van deze groep; het grootste deel van de reductie (tweederde) hangt samen met een sterk afgenomen kilometrage. Het verschil in risico (ongevalsbetrokkenheid per afgelegde kilometer) tussen mannen en vrouwen is de afgelopen tien jaar vrijwel constant gebleven. De maatschappelijke trend van toenemende vrouwenemancipatie lijkt geen invloed te hebben op de veiligheid van jonge vrouwelijke bestuurders. Jonge vrouwen zijn wel meer kilometers gaan rijden. Op grond hiervan zou een toename in de ongevalsbetrokkenheid te verwachten zijn. Deze toename in expositie heeft echter niet geleid tot meer ongevallen, omdat vrouwen per afgelegde kilometer gelijktijdig veiliger bestuurders zijn geworden. Opmerkelijk is de extra risico-afname in de groep 18- en 19-jarige mannen. Hiervoor zijn diverse verklaringen denkbaar, maar het zou kunnen betekenen dat deze groep nu beter voorbereid (na een rijopleiding) aan het verkeer deelneemt dan tien jaar geleden. Nagegaan dient te worden of deze trend zich ook in de komende jaren voortzet en zo ja, welke factoren daarvoor verantwoordelijk zijn. Ook dient nagegaan te worden of er sprake is van een echte risico-afname of dat de analyses door het gebruik van kleine aantallen een vertekend beeld van de werkelijkheid geven. Ontwikkelingen in kilometrage en autobezit In de periode 1990-1992 is een sterke teruggang opgetreden in de kilometrage van jonge autobestuurders, zowel studerend als niet-studerend. Dereductie was het grootst bij de niet-studerende jongeren, en heeft geleid tot (in 1990) circa 500 minder ongevalsbetrokken niet-studerende jongeren en (in 1991) circa 270 minder ongevallen bij studerende jongeren; een vermindering van respectievelijk 15% en 8%. De belangrijkste invloed op de ontwikkeling in kilometrage lijkt het autobezit te zijn. Deze invloed doet zich het sterkst gelden bij de niet-studerende jonge man. Welke factor verantwoordelijk is voor de teruggang van het autobezit in deze groep, is niet in detail onderzocht. Mogelijk hebben economische factoren een rol gespeeld. Bij studerenden zal de invoering van de OV-jaarkaart (1januari 1991) het bezit van auto's beïnvloed hebben. Ontwikkelingen in rijbewijsbezit Het rijbewijsbezit is in de afgelopen tien jaar bij jonge mannen teruggelopen, en bij jonge vrouwen vrijwel gelijk gebleven. Studerende jonge vrouwen hebben vaker dan in het verleden een rijbewijs; in mindere mate geldt dit ook voor de studerende man. De conclusie is dat de reductie in rijbewijsbezit vooral bij de jonge niet-studerende man is opgetreden, en dat de OV-jaarkaart niet van invloed is geweest op het rijbewijsbezit. Conclusie Het aantal jonge bestuurders dat betrokken is bij ernstige ongevallen in de afgelopen tien jaar is sterk afgenomen, voornamelijk als gevolg van een sterk afgenomen kilometrage. De achteruitgang in kilometrage is deels het gevolg van de invoering van de OV-jaarkaart, waardoor studerenden minder vaak een eigen auto bezitten. Deels ook is het een gevolg van een maatschappelijk proces waardoor niet-studerende jongeren minder vaak in het bezit zijn van een eigen auto en ook minder vaak een rijbewijs blijken te bezitten
Lack of safety exhibited by young car drivers during the 1985-1994 period This study examines how the accident involvement of young car drivers developed during the 1985-1994 period. Developments involving risk As of 1994, young drivers were still a risk group; their involvement in serious accidents for every kilometre they drove was shown to be relatively high. This applied especially to young male drivers. Nevertheless, the absolute number of young drivers involved in serious accidents during these ten years decreased considerably. Among young men, this number was reduced by almost 50%. About one-third of this reduction was the result of increased safety exhibited by this group; the majority (two-thirds) of the reduction can be attributed to a sharp decrease in their number of kilometres driven. The difference in risk (accident involvement per kilometres driven) between men and women remained fairly constant over this ten-year period. The social trend of increasing female emancipation appears not to have affected the safety of young female drivers. Young women however drove more kilometres. Based on this fact, an increase in accident involvement should have been expected. This increase in exposure, however, did not result in more accidents because women simultaneously became safer drivers per kilometre driven. What is remarkable is the additional drop in risk among the group of 18 and 19-year-old men. Various explanations are conceivable for this fact. It could mean that this group is now better prepared (after having taken driver training) for participating in traffic than ten years previously. What should be examined is whether this trend also continues in the coming years, and if so, which factors are responsible. Another question which should be studied is whether there has been a real drop in risk or whether the analyses gave a distorted view of reality due to the small numbers of cases. Developments involving kilometres driven and car ownership During the 1990-1992 period, a sharp reduction occurred in the number of kilometres driven by young car drivers, both students and non-students alike. The reduction was greatest in the case of young non-students, leading to approximately 500 fewer young non-students being involved in accidents in 1990, and approximately 270 fewer accidents among young students in 1991: a reduction of 15% and 8% respectively. Car ownership seemed to have the greatest influence on the development of kilometres driven. This is especially true for young male non-students. Which factor was responsible for the reduction in car ownership within this group was not examined in detail. Possibly economic factors played a role. Among students, the introduction of the Student Pass for public transport (1st January 1991) probably affected car ownership. Developments the possession of driving licenses During the ten years studied, the possession of driving licenses among young men decreased and remained almost unchanged among young women. More young female students had driving licenses in the ten years studied than in the past; this also applied to young male students but to a lesser degree. The conclusion is that the reduction in the possession of driving licenses occurred predominantly among the young male non-students and that the Student Pass for public transport was not a factor in the possession of driving licences. Conclusion The number of young drivers involved in serious accidents in the 1985-1994 period decreased considerably, chiefly as a result of a sharp decrease in the number of kilometres driven. The decline in kilometres driven by this group was partially a result of the Student Pass for public transport being introduced which led to less students owning their own car. It was also partially a result of a social process in which less young non-students owned their own car and also less frequently appeared to have a driving license
Rapportnummer
R-98-18
Pagina's
51
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.