Maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) wordt regelmatig gebruikt om beleidskeuzen te onderbouwen, onder meer op het gebied van verkeer en vervoer. Effecten op verkeersveiligheid spelen daarbij vaak een rol. Het doel van dit rapport is om:
- Een korte handleiding te bieden voor het meenemen van verkeersveiligheid in MKBA’s;
- Actuele kengetallen te geven voor het monetariseren van verkeersveiligheidseffecten (voor het jaar 2022);
- De maatschappelijke kosten van ongevallen op rijkswegen te schatten met behulp van deze kengetallen.
Beleids- en nulalternatieven
In een MKBA worden de kosten en baten van een of meerdere beleidsalternatieven bepaald ten opzichte van het nulalternatief. Een beleidsalternatief bevat de maatregelen die genomen worden om een bepaald beleidsprobleem op te lossen, zoals infrastructurele of gedragsmaatregelen. Het nulalternatief beschrijft de situatie en ontwikkelingen zonder nieuw beleid. Om verkeersveiligheid in een MKBA mee te nemen moet voor ieder alternatief de ontwikkeling van het aantal verkeersslachtoffers in beeld worden gebracht op basis van toekomstprognoses.
Effecten op verkeersveiligheid
Effecten op verkeersveiligheid kunnen worden berekend als het product van mobiliteit (‘expositie’, uitgedrukt in voertuigkilometer) en het ongevals- of slachtofferrisico (aantal slachtoffers of ongevallen per voertuigkilometer). Projecten kunnen effect hebben op zowel de mobiliteit als het risico of op één van beide. Deze effecten bepalen samen de verandering van het (verwachte) aantal verkeersslachtoffers. Het is van belang om na te gaan of alle effecten zijn meegenomen, omdat anders geen compleet beeld gevormd wordt van de maatschappelijke kosten en baten.
Monetaire waardering van verkeersveiligheidseffecten
Effecten op verkeersveiligheid worden in MKBA’s gemonetariseerd op basis van de maatschappelijke kosten per slachtoffer: de verkeersveiligheidsbaten uit de vermeden ongevalskosten. De kosten van ongevallen bestaan uit medische kosten, productieverlies, immateriële kosten (verlies van kwaliteit van leven en levensjaren), schade aan voertuigen, afhandelingskosten (politie, brandweer, verzekeraars, justitie) en filekosten. De totale maatschappelijke kosten van verkeersongevallen worden geschat op circa €33 miljard in 2022, waarin immateriële kosten een groot aandeel hebben (77%). Tabel S1 geeft de kengetallen voor de totale kosten per slachtoffer, inclusief een bandbreedte voor gevoeligheidsanalyses.
Tabel S1: Kengetallen voor kosten per slachtoffer in 2022, 1000 €, prijspeil 2022.
Alle ongevalskosten of alleen externe kosten in MKBA’s
In MKBA’s worden niet altijd alle ongevalskosten afzonderlijk berekend: in sommige gevallen dienen alleen de externe kosten te worden bepaald. De hoofdlijn daarbij is dat bij projecten waarbij het ongevalsrisico verandert, alle maatschappelijke kosten (intern en extern) worden berekend. Als verkeersveiligheidseffecten het gevolg zijn van veranderingen in de mobiliteit terwijl het ongevalsrisico niet verandert, dan worden alleen de externe kosten berekend. De reden hiervan is dat weggebruikers volgens de MKBA-theorie in het laatste geval de interne kosten, die het gevolg zijn van het risico waaraan ze zichzelf blootstellen, zelf al meegewogen hebben in hun mobiliteitskeuzen. Interne kosten zijn de kosten voor de verkeersdeelnemer zelf en die de verkeersdeelnemer meeneemt in keuzes (of waarvan van dat wordt verondersteld), zoals niet-verzekerde voertuigschade. Externe kosten zijn kosten voor derden, die weggebruikers niet meenemen in hun keuzes ten aanzien van verkeersdeelname, bijvoorbeeld kosten van politie-inzet. Als enkel de externe kosten worden berekend kan er voor de MKBA van uitgegaan worden dat deze 70% bedragen van de totale maatschappelijke kosten van verkeersongevallen.
Inclusieve kengetallen voor ontbrekende effectschattingen
Vaak zijn effectschattingen niet voor alle slachtoffercategorieën beschikbaar. In dat geval kan met ‘inclusieve kengetallen’ worden gerekend (in plaats van met de kentallen in Tabel S1), die kunnen voorkomen dat de verkeersveiligheidsbaten worden onderschat. Deze kengetallen zijn opgehoogd met de kosten van minder ernstig letsel en ongevallen met uitsluitend materiële schade (UMS). Het inclusieve kengetal per dode bevat bijvoorbeeld ook de kosten van alle gewonden en UMS-ongevallen.
Dit kengetal kan worden toegepast als alleen het effect op het aantal doden bekend is. Tabel S2 geeft de inclusieve kengetallen weer. Dit rapport (p. 20) bevat een voorbeeld dat illustreert hoe de kengetallen uit Tabel S1 en S2 gecombineerd kunnen worden toegepast voor een complete schatting van de kosten van verkeersongevallen.
Een belangrijke veronderstelling bij de inclusieve kengetallen is dat het proportionele effect op alle letselcategorieën gelijk is. Zo veronderstelt het kengetal per dode dat het effect op doden, gewonden en UMS-ongevallen naar verhouding gelijk is, bijvoorbeeld dat een maatregel zowel het aantal doden, gewonden als UMS-ongevallen met 20% verlaagt.
Tabel S2: Inclusieve kengetallen voor kosten per slachtoffer in 2022, 1000 €.
Toepassing kengetallen op rijkswegen
De kengetallen zijn toegepast om de kosten van ongevallen op rijkswegen te berekenen. In 2022 vielen er op rijkswegen 79 doden en naar schatting ruim 1100 matig verkeersgewonden (letselernst MAIS2+). Toepassing van de kosten per dode en het inclusieve kengetal voor de kosten per matig gewonde levert een schatting op van circa €2 miljard aan kosten van ongevallen op rijkswegen. Door toepassing van het inclusieve kengetal voor ernstig en matig gewonden zijn ook de kosten van lichter letsel en UMS-ongevallen inbegrepen. De kosten bedragen ongeveer 6% van de totale maatschappelijke kosten van verkeersongevallen in Nederland. De grootste maatschappelijke kosten van verkeersongevallen betreffen daarmee provinciale wegen en wegen binnen de bebouwde kom. Het aandeel van de kosten op rijkswegen (6%) is wel hoger dan het aandeel van rijkswegen in de lengte van het wegennetwerk (4%).