Verkeersveiligheid van voetgangers in Vlaanderen : pijnpunten en oplossingen.

Auteur(s)
Carpentier, A. Nuyttens, N. Declercq, K. & Hermans, E.
Jaar
Samenvatting

Van alle verplaatsingswijzen is “te voet gaan” of “lopen” de meest universele manier van verplaatsen. Iedereen, van jong tot oud, begeeft zich wel eens als voetganger op de openbare weg. Tegelijkertijd blijkt in dit rapport dat geen enkel weggebruikerstype zo kwetsbaar is als de voetganger. Voetgangers verplaatsen zich, in vergelijking met andere weggebruikerstypes, aan een lage snelheid en met een geringe massa. Bovendien zijn voetgangers, net als andere kwetsbare weggebruikers, niet beschermd door een koetswerk (zoals auto-inzittenden) dat de botsingsimpact van een ongeval gedeeltelijk kan absorberen. Dit maakt dat voetgangers bijzonder kwetsbaar zijn wanneer zij worden aangereden door voertuigen, die vaak een veel hogere massa en snelheid hebben dan de voetgangers zelf. De problematiek van de voetganger is niet nieuw. Wat wel verandert, is de omvang van deze problematiek (Hoofdstuk 3). Het aantal verkeersdoden onder voetgangers nam tussen 2007 en 2012 immers toe van 44 tot 51 dodelijke slachtoffers. De afgelopen tien jaar was het aantal omgekomen voetgangers in Vlaanderen trouwens nooit zo hoog als in 2011, toen 59 voetgangers het leven lieten. Deze toename van het aantal voetgangersdoden in combinatie met de afname van het totaal aantal verkeersdoden in Vlaanderen (-27,8% tussen 2007 en 2012) heeft geleid tot een groei van het aandeel voetgangersdoden van 8,3% in 2007 tot 13,4% in 2012. Om deze onrustwekkende evolutie van de situatie van voetgangers te kunnen keren, moet er op de eerste plaats voldoende kennis beschikbaar zijn over de verkeersveiligheidssituatie van voetgangers in Vlaanderen. Door middel van dit rapport willen het Steunpunt Verkeersveiligheid en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid bijdragen tot deze kennis. Volgende vragen worden in dit rapport onder andere beantwoord: * Hoe evolueren ongevallen met voetgangers in de tijd? (Hoofdstuk 3); * Welke leeftijden worden het meest getroffen door deze ongevallen? (Hoofdstuk 4); * Op welke tijdstippen en plaatsen zijn voetgangersongevallen het meest frequent? (Hoofdstukken 5 en 6); * Hoe verhoudt de kwetsbaarheid van voetgangers en het risico per afgelegde kilometer zich tot de kwetsbaarheid en risico’s van andere weggebruikerstypes? (Hoofdstukken 3 en 4); en * Wat zijn de oorzaken van voetgangersongevallen en welke maatregelen kunnen hier tegenover gesteld worden? (Hoofdstukken 7 en 8). De belangrijkste gegevensbron van dit rapport zijn de officiële ongevallenstatistieken van de FOD Economie ADSEI (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie). Een belangrijke beperking van deze ongevallenstatistieken, die gebaseerd zijn op de door de politie geregistreerde verkeersongevallen met letselschade, is dat zij niet alle letselongevallen bevatten. De voornaamste reden hiervoor is dat verkeersslachtoffers niet altijd de politie op de hoogte stellen van het verkeersongeval waarbij zij betrokken zijn. Deze “onderregistratie” in de officiële ongevallenstatistieken (Hoofdstuk 3) heeft als gevolg dat het aantal voetgangersongevallen en het aantal slachtoffers in dit rapport nog onderschat worden. Het verandert echter weinig tot niets aan alle andere vaststellingen die in dit rapport worden gedaan. Tot slot wordt in deze inleiding de structuur van het rapport bondig weergegeven. Na de inleiding (Hoofdstuk 1) worden de definities van veelgebruikte termen in dit rapport overlopen in Hoofdstuk 2 “Terminologie”. De daaropvolgende hoofdstukken beschrijven de omvang van de verkeersonveiligheidsproblematiek voor voetgangers (Hoofdstuk 3), de kenmerken van de slachtoffers in voetgangersongevallen (Hoofdstuk 4), en het tijdstip (Hoofdstuk 5) en de plaats (Hoofdstuk 6) van voetgangersongevallen. Daarna worden in Hoofdstuk 7 de oorzaken van voetgangersongevallen besproken, gevolgd door een opsomming van mogelijke maatregelen om de veiligheid van voetgangers te verhogen (Hoofdstuk 8). Het rapport wordt afgesloten met een samenvatting, die alle belangrijke vaststellingen nog eens bondig op een rijtje zet (Hoofdstuk 9). (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20141120 ST [electronic version only]
Uitgave

Diepenbeek, Steunpunt Verkeersveiligheid / Brussel, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid BIVV, 2014, 51 p., 38 ref.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.