Verkeersveiligheidsaudits in Nederland

Achtergronden bij de ontwikkeling van een voorlopig protocol en aanbevelingen voor implementatie, beheer en evaluatie
Auteur(s)
Schagen, Drs. I.N.L.G. van
Jaar
Een van de (flankerende) maatregelen in het Startprogramma Duurzaam Veilig is de ontwikkeling van een verkeersveiligheidsaudit: een geformaliseerde, gestandaardiseerde procedure om in de verschillende stadia van ontwerp en aanleg van weginfrastructuur tot een onafhankelijke beoordeling te komen van de mogelijke gevolgen van het ontwerp voor de verkeersveiligheid. De audit is bedoeld om potentiële veiligheidsproblemen al tijdens de ontwerpfase en de bouwwerkzaamheden te signaleren en aan te geven hoe deze problemen kunnen worden verholpen. Op die manier kunnen ongevallen al vooraf voorkomen worden en wordt de kans kleiner, dat men pas achteraf ontdekt dat een situatie gevaarlijk is. De Adviesdienst Verkeer en Vervoer heeft de SWOV opdracht gegeven een auditprotocol op te stellen, dat goed toepasbaar is in de praktijk en dat op een breed draagvlak kan rekenen bij de betrokken wegbeheerders. Het voorlopig protocol is uitgebreid beschreven in een apart rapport (VanSchagen, 1998). Het onderhavige rapport beschrijft de achtergronden die tot het voorlopige protocol hebben geleid en het geeft een samenvatting van het protocol zelf. Verder worden de belangrijkste uitkomsten gegeven van een kleinschalige case-study naar de praktische toepasbaarheid van het protocol, die in het kader van het project door de Grontmij, Divisie Verkeer en Infrastructuur is uitgevoerd. Tot slot worden aanbevelingen gedaan over de implementatie, het beheer en de evaluatie van het instrument. Geconcludeerd wordt dat het huidige protocol samen met een aantal kleine vervolgactiviteiten gereed is om in Nederland geïntroduceerd te worden. Deze vervolgactiviteiten betreffen de ontwikkeling van zogenaamde checklists voor de auditors, het samenstellen van een voorlopige pool van auditors en het creëren van een draagvlak onder wegbeheerders. Aanbevolen wordt de eerste gebruiksfase te beschouwen als een proefperiode, waarin gegevens moeten worden verzameld voor een kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie. Dit zou mogelijk kunnen leiden tot aanpassing van het protocol en de checklists. Tijdens de proefperiode kan dan tevens een cursus worden ontwikkeld. Deze cursus kan aangeboden worden aan toekomstige, gekwalificeerde auditors. Om het gebruik tijdens de proefperiode zo efficiënt en gecontroleerd mogelijk te laten verlopen, is gekozen voor centraal beheer van het auditinstrument. Een hiertoe in te richten ‘auditsecretariaat' heeft onder andere als taak: -het bijhouden van de mate van gebruik van het instrument en afhankelijk daarvan het benodigde aantal auditors; -het bewaken van de procedures en de bruikbaarheid van audit-aanbevelingen; -het verzamelen van gegevens die nodig zijn voor een kwantitatieve evaluatie; -het verstrekken van informatie over de audit aan auditors en wegbeheerders
Road safety audits in the Netherlands; Background to the development of a preliminary protocol and recommendations for implementation, management and evaluation One of the supplementary measures in the Pilot Programme Sustainable Safety is the development of a road safety audit: a formal, standard procedure in the different stadia of design and construction of the road infrastructure in order to come to an independent judgement of the possible consequences of the design for the road safety. The audit is intended to signal and to indicate how potential road safety problems can be avoided during the design phase and the construction period. In this manner accidents can be prevented and the chances reduced that a dangerous situation is discovered afterwards. The Netherlands Transport Research Centre (AVV) has commissioned the SWOV to set-up an audit protocol that is suitable in practice and that is assured of wide acceptance under the road authorities. The tentative protocol is extensively described in a separate report (Van Schagen, 1998). The report in question describes the background that has led to the tentative protocol and it gives a summary of the protocol itself. Furthermore the most important results are given of a small-scale case study of the practical application of the protocol, that was carried out in the framework of the project by Grontmij, Division Traffic and Infrastructure. Finally, recommendations on the implementation, the management and the evaluation of the instrument are given. It is concluded that the present protocol with a few small follow-up activities is ready to be introduced in the Netherlands. These follow-up activities concern developing so-called checklists for the auditors, providing a temporary pool of auditors and creating acceptance under the road authorities. It is recommended to consider the first phase as a trial period in which data are collected for a quantitative and qualitative evaluation. This could possibly lead to adjustments of the protocol and the checklists. During the trial period a course can also be developed and presented to future, qualified auditors. To ensure that the trial period can take place in an efficient and controlled manner a central administration of the audit instrument has been proposed. To this end an audit secretariat could be given the following tasks: -updating the amount of usage of the instrument and dependent on this the necessary number of auditors; -guarding the procedures and the usefulness of audit recommendations; -compiling data necessary for a quantitative evaluation; -supplying information on the audit to auditors and road authorities
Rapportnummer
R-98-8
Pagina's
32
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.