De barometer is steeds gebaseerd op de vergelijking van twee voortschrijdende jaartotalen. Het voortschrijdend jaartotaal van een welbepaalde maand wordt vergeleken met het voortschrijdend jaartotaal van dezelfde maand een jaar eerder (bvb. in de barometer van november 2010 wordt het voortschrijdend jaartotaal van november 2010 vergeleken met het voortschrijdend jaartotaal van november 2009). Het jaartotaal van november 2010 bevat het totaal van de doden ter plaatse van december 2009 tot en met november 2010 (dit is precies gelijk aan een jaar). Op zijn beurt bevat het jaartotaal van november 2009 het totaal van de doden ter plaatse van december 2008 tot en met november 2009. In de praktijk komt de barometer neer op een vergelijking van de doden ter plaatse in de afgelopen 12 maanden met de doden ter plaatse een jaar eerder. De methodologie van de jaartotalen is niet enkel van toepassing op de doden ter plaatse maar ook op de lichtgewonden, zwaargewonden, letselongevallen en ernst. De 12-maandelijks voortschrijdende jaartotalen hebben het voordeel dat zij de seizoensgebonden effecten opheffen. De hier gepubliceerde ongevallencijfers zijn nog niet definitief en worden elke maand opnieuw geactualiseerd. Ze kunnen als definitief worden beschouwd na ongeveer 4 tot 6 maanden. Aangezien de ongevallengegevens van de meest recente maanden nog gevoelig zijn voor fluctuaties, moet enige voorzichtigheid bij de interpretatie ervan gehanteerd worden. Per politiezone worden de letselongevallen geteld die zich voorgedaan hebben op het grondgebied van de betrokken politiezone, ongeacht welke politiezone het ongeval vastgesteld of geregistreerd heeft. Er wordt enkel rekening gehouden: -met letselongevallen ter plaatse vastgesteld door lokale politiezones -met letselongevallen die op het commissariaat (aangifte) worden vastgesteld -met aanvankelijke processen-verbaal. De verkeersveiligheidsbarometer presenteert enkel de doden ter plaatse en niet het totaal aantal verkeersdoden, dewelke naast het aantal doden ter plaatse ook de dodelijk gewonden bevatten. De dodelijk gewonden zijn niet gekend bij de federale en lokale politie (en worden aldus ook niet in de PV-registraties opgenomen) maar enkel bij de parketten. Evoluties met betrekking tot het aantal doden ter plaatse komen echter steeds overeen met evoluties van het totaal aantal verkeersdoden. De ernst van de letselongevallen wordt gewoonlijk gedefinieerd als het aantal doden ter plaatse per 1000 letselongevallen. Deze ernst noemen we de “totaalernst”. Deze definitie van de ernst wordt overal in de verkeersveiligheidsbarometer toegepast, met uitzondering van drie hoofdstukken over “kwetsbare” weggebruikers: de voetgangersbarometer, de fietsbarometer en de motorfietsbarometer. Verkeersongevallen met deze weggebruikers leiden vaak tot letsels (soms zelfs dodelijke) bij deze weggebruikers. Daarenboven zijn zij vaak de zwaarst getroffen partij. Daarom wordt voor deze weggebruikers (voetgangers, fietsers en motorfietsers) de “specifieke” ernst berekend: bij de ernstberekening van een ongeval met voetgangers bijvoorbeeld, worden enkel de omgekomen voetgangers in rekening genomen. Wanneer andere weggebruikerstypes dan voetgangers het leven hebben verloren, zijn zij niet in de berekeningswijze van de ernst opgenomen. Deze berekeningswijze van de specifieke ernst van letselongevallen met voetgangers is transponeerbaar naar ongevallen met minstens één fietser of motorfietser. (Author/publisher)
Samenvatting