Verkeersveiligheidsbarometer het jaar 2014.

Auteur(s)
-
Jaar
Samenvatting

De verkeersveiligheidsbarometer wordt trimestrieel gepubliceerd en geeft een overzicht van het aantal verkeersongevallen met letselschade (“letselongevallen”) die zich sinds het begin van het jaar hebben voorgedaan. Naast het aantal letselongevallen worden ook gegevens met betrekking tot het aantal verkeersslachtoffers (gewonden en doden ter plaatse) gepubliceerd. De cijfers worden vergeleken met de cijfers in de overeenstemmende periodes in eerdere jaren om evoluties van ongevallencijfers in kaart te brengen. De cijfers zijn afkomstig van de processen-verbaal opgesteld door de federale wegpolitie en de lokale politiezones. De cijfers zijn gebaseerd op de aanvankelijke processen-verbaal, ongeacht of deze definitief zijn of niet. Deze gegevens zijn dus slechts voorlopig; het aantal ongevallen, doden of gewonden kan bijgevolg (licht) variëren in latere barometers. Na 4 tot 6 maanden worden de gegevens wel als stabiel beschouwd. Net zoals de officiële en definitieve cijfers, zijn de voorlopige cijfers van deze barometer onvolledig omdat er een onderregistratie van verkeersongevallen is. Sommige letselongevallen en slachtoffers worden niet in de statistieken opgenomen, omdat de politiediensten niet opgeroepen werden en het ongeval dus niet hebben kunnen vaststellen. Het betreft vooral ongevallen met lichtgewonden, met fietsers en met voetgangers. Dit is geen typisch Belgisch fenomeen; alle landen die ongevallenstatistieken opmaken worden hiermee geconfronteerd. Op de laatste bladzijde van deze barometer wordt de gebruikte methodologie voor de realisatie van de verkeersveiligheidsbarometer beschreven. In tegenstelling tot de minder goede evoluties die waargenomen werden in de vorige verkeersveiligheidsbarometers van 2014, die de eerste periodes van het jaar beschreven, wijzen de cijfers voor het volledige jaar 2014 niet op een aanzienlijke verslechtering van de verkeersveiligheid. De eerste resultaten tonen immers een kleine daling van het aantal doden ter plaatse (-1,9%) en een stagnering van de letselongevallen (+0,4%) en gewonden (+0,2%). In absolute cijfers tellen we in 2014 in België 615 doden ter plaatse en 53 396 gewonden op een totaal van 41 651 letselongevallen. Dit zijn 12 doden ter plaatse minder dan in 2013 – een nieuw laagterecord – maar ook 125 gewonden en 162 letselongevallen meer. De evolutie van het aantal letselongevallen in het Vlaams Gewest (-0,4%) en het Waals Gewest (+1,3%) benaderen het Belgische gemiddelde. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kende echter een stijging (+3,3%). Het aantal doden ter plaatse evolueerde zeer verschillend in de verschillende gewesten. Terwijl er dalingen te noteren zijn in het Waals Gewest (-26) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-4), kende het Vlaams Gewest een grote stijging (+18). Verder blijkt België het relatief beter te doen dan de buurlanden waarover reeds cijfers beschikbaar zijn. Terwijl de aantallen letselongevallen en gewonden in ons land quasi onveranderd bleven, kende Duitsland tijdens de eerste 11 maanden van 2014 een toename van 3,4% letselongevallen en 3,5% gewonden ten opzichte van dezelfde periode in 2013. Frankrijk noteerde voor het ganse jaar 2014 een toename van 1,7% letselongevallen en 2,5% gewonden ten opzichte van 2013. In tegenstelling tot de lichte daling van het aantal doden 1 die ons land registreerde, noteerden zowel Duitsland als Frankrijk een toename van respectievelijk 0,7% en 3,7% verkeersdoden. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20150581 ST [electronic version only]
Uitgave

Brussel, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid BIVV, 2015, 65 p.

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.