Verkeersveiligheidseffecten van het Haagse verkeerscirculatieplan

Auteur(s)
Reurings, M.C.B.
Jaar
Het Europese 6e kaderproject INTARESE heeft als doel een methodiek te ontwikkelen waarmee de gezondheidsrisico's van beleidsopties beoordeeld kunnen worden. Een van de beleidsterreinen is verkeer en vervoer, waarvoor enkele case studies worden uitgevoerd, zo ook in Nederland. De Nederlandse case study betreft de gezondheidseffecten van het Haagse verkeerscirculatieplan (VCP) en wordt uitgevoerd door een consortium dat onder meer bestaat uit het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS). Het VCP is bedoeld om de binnenstad van Den Haag aantrekkelijker te maken om te wonen, te werken en te winkelen. Hiertoe wordt de binnenstad gedeeltelijk autovrij gemaakt. Het consortium richt zich op het beantwoorden van de vraag wat de verwachte veranderingen zijn in de gezondheid van de inwoners van Den Haag als gevolg van het VCP. Een verandering van de verkeersveiligheid is een van de onderzochte gezondheidseffecten. De SWOV heeft op verzoek van het PBL onderzocht wat het effect van het VCP op de verkeersveiligheid is in het jaar 2010. Het VCP heeft invloed op de verkeersveiligheid in Den Haag, en dan vooral in het centrum. Ten eerste zal het verkeer zich anders over het Haagse wegennet gaan verdelen. Ten tweede zal de invoering het VCP het autogebruik in het centrum van Den Haag ontmoedigen en juist het gebruik van milieuvriendelijke vervoerswijzen stimuleren. Een afname van het autoverkeer in het centrum zal in het algemeen gunstig zijn voor de verkeersveiligheid, maar een toename van het fietsverkeer kan juist leiden tot meer verkeersslachtoffers onder fietsers. Om te kunnen schatten wat het totale effect is van de afname van het autoverkeer en de toename van het fietsverkeer, zijn gegevens nodig over de auto- en fietsmobiliteit in 2010 voor de situatie met en zonder het VCP. Deze gegevens hebben we ontvangen van adviesbureau DHV. Deze gegevens impliceren dat er in 2010 geen mobiliteitsverschuivingen verwacht worden als gevolg van het VCP, en dat er dus ook geen effecten op de verkeersveiligheid zijn. Daarom heeft de SWOV op verzoek van het PBL geschat wat het effect zou zijn van een afname van het autoverkeer met 10% en toename van het fietsverkeer met 5%. Dit leidt tot een besparing van vijftien ernstig gewonden over een periode van tien jaar. Dit komt neer op een afname van het aantal ernstig gewonden als gevolg van het VCP met 3%. Het doel van INTARESE is het ontwikkelen van een methodiek waarmee de gezondheidsrisico's van beleidsopties beoordeeld kunnen worden. De in dit rapport beschreven methode is onderdeel van de methodiek om de gezondheidsrisico's van het VCP te beoordelen. Uiteraard kan deze methode ook toegepast worden in andere, soortgelijke, verkeersveiligheidsvraagstukken. Van iedere beleidsoptie die leidt tot verschuivingen in mobiliteit, is het in principe mogelijk de methode in dit rapport te gebruiken om de effecten ervan op de verkeersveiligheid door te rekenen. Randvoorwaarden hierbij zijn dat de omvang van de mobiliteitsverschuivingen bekend is, alsmede de ongevallen- en slachtofferaantallen, voor zover zij onder invloed staan van deze verschuivingen. Hoe gedetailleerder de beschikbare mobiliteits- en ongevallengegevens zijn, des te preciezer zijn de berekeningen. Zo mogelijk moet er gedisaggregeerd worden naar leeftijd(scategorie) en geslacht van de betrokken fietser of autobestuurder, omdat bekend is dat het risico (aantal ongevallen/ slachtoffers per gereden kilometer) verschilt voor deze categorieën. Maar afhankelijk van de beleidsoptie kunnen ook andere onderverdelingen van de mobiliteit en slachtoffers wenselijk zijn (bijvoorbeeld naar wegtype of tijd van de dag).
The Hague municipality's traffic circulation plan: its road safety effects The purpose of the European 6th framework project INTARESE is to develop a methodology for assessing the health risks of policy options. One of the policy areas for which some case studies will be performed is traffic and transport; this is also the case in the Netherlands. The Dutch case study concerns the health effects of the The Hague traffic circulation plan (VCP) and will be carried out by a consortium consisiting of, among others, the Netherlands Environmental Assessment Agency (PBL) and the Institute for Risk Assessment Sciences (IRAS). The VCP is intended to make The Hague's inner city more attractive for living, working and shopping. To this end part of the city centre is turned into a car-free zone. The consortium wants to answer the question of what health changes may affect The Hague's inhabitants as a consequence of the VCP. A change in road safety is one of the investigated health effects. SWOV was commissioned by PBL to investigate the VCP's road safety effect in the year 2010. The VCP has an influence on road safety in The Hague, particularly in the city centre. Firstly, traffic will be distributed differently on the The Hague road network. Secondly, the introduction of the VCP will discourage car use in The Hague's city centre and encourage the use of environmentally friendly modes of transport. A decrease of the car traffic in the city centre will generally be good for road safety, but an increase in bicycle traffic can lead to more traffic casualties among cyclists. Data for the year 2010 about car and bicycle mobility before and after the introduction of the VCP is required to give an estimate of the total effect of the decrease of car traffic and the increase of bicycle traffic. This data was supplied by DHV Consultancy and Engineering and it suggests that in 2010 no shifts in mobility as a result of the VCP are expected and that, consequently, there will be no road safety effects. Therefore, PBL asked SWOV to give an estimate of the effect of a 10% decrease in car traffic and a 5% increase in bicycle traffic. This is expected to lead to a reduction of fifteen seriously injured casualties over a ten year period, which means a 3% reduction in the number of seriously injured casualties due to the VCP. The purpose of INTARESE is the development of a methodology for assessing the health risks of policy options. The method described in the present report is part of the methodology for the assessment of the VCP's health risks. Of course, this method can also be used for other, similar road safety problems. In principle, it is possible to us the method in this report to calculate the road safety effects of every policy option which results in mobility shifts. Preconditions are that the sizes of the mobility shifts are known, as well as the numbers of crashes and casualties insofar as they are affected by these shifts. The more detailed the available mobility and crash data, the more precise the calculations. Whenever possible, disaggregation by age (category) and gender of cyclist or driver involved should be carried out, because the risks (numbers of crashes/casualties per kilometre travelled) for these categories differ. But depending on the policy option other subcategories of mobility and casualties (e.g. road type, or time of day) may be preferable.
Rapportnummer
R-2010-10
Pagina's
30 + 1
Gepubliceerd door
SWOV, Leidschendam

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.