In opdracht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer is het veld van de voortgezette rijopleidingen in Nederland verkend. Er wordt een overzicht gegeven van de huidige cursussen in Nederland. Het zijn meest eendaagse cursussen, met meer of minder nadruk op voertuigbeheersing dan wel op het voorkómen van ongevallen. Bij trainingen voor motorrijders wordt vaak ook op de openbare weg geoefend. Voorts is een schriftelijke enquête gehouden onder cursisten en zijn vraaggesprekken gevoerd met leidinggevenden van opleidingsorgansaties en met rij-instructeurs die voorgezette rijopleidingen verzorgen. Enkele belangrijke conclusies uit laatstgenoemde interviews zijn: MDe voortgezette rijopleiding richt zich meestal op vaardigheden of onderwerpen die bij de reguliere rijopleiding onvoldoende of niet aan bod komen. Bij opleidingen voor automobilisten en motorrijders gaat het dan om: remmen, remmen en uitwijken, nemen van bochten. MTijdens de voortgezette rijopleiding moet zowel aandacht worden besteed aan de vaardigheden van de deelnemers alsook aan hun verkeersmentaliteit. MTijdens de voortgezette rijopleiding wordt bij de meeste cursisten een verbetering van bepaalde vaardigheden geconstateerd. Wel verschillen de leereffecten per cursist. MDe leereffecten van de aangereikte oefenstof zinken vaak na verloop van tijd weg, met name wanneer de beoefende gedragingen niet herhaaldelijk in het verkeer kunnen worden toegepast. Naar de mening van de ondervraagde automobilisten blijkt een voortgezette rijopleiding redelijk tot zeer veel bij te dragen aan uiteenlopende leerdoelen, waarbij met name de volgende leerdoelen er in positieve zin uitspringen: 1. Betere algemene beheersing van het voertuig (44% zeer veel). 2. Meer kennis over rij-eigenschappen van het voertuig (43% zeer veel). 3. Betere kijk op gevaarlijke situaties (41% zeer veel). 4. Inzicht in eigen beperkingen (40% zeer veel). Naar de mening van de ondervraagde motorrijders blijkt een voortgezette rijopleiding redelijk tot zeer veel bij te dragen aan de volgende leerdoelen: 1. Betere algemene beheersing van het voertuig (52% zeer veel). 2. Betere kijk op gevaarlijke situaties (39% zeer veel). 3. Meer kennis over rij-eigenschappen van het voertuig (35% zeer veel). 4. Meer vertrouwen in rijvaardigheid (35% zeer veel). Ten slotte wordt het veld van de voortgezette rijopleiding geëvalueerd en worden overwegingen en aanbevelingen ten aanzien van het te voeren overheidsbeleid op het terrein van voortgezette rijopleiding gegeven. De voortgezette rijopleidingen in Nederland kunnen, beschouwd op korte termijn (één of twee jaar), in bescheiden mate bijdragen aan de verkeersveiligheid. Bescheiden in de zin dat per jaar slechts een klein aandeel van de Nederlandse bestuurders deze cursussen volgt (bij de motorrijders minder dan 4%, bij de automobilisten minder dan een half procent), en ook bescheiden in de zin dat de veelal gegeven eendaagse cursussen een beperkte mogelijkheid bieden voor het aanleren van nieuwe, betrouwbare gedragsautomatismen; bovendien kunnen deze cursussen maar een deel van het totale rijgedrag dekken. Voor een bijdrage aan de verkeersveiligheid zijn zes condities van belang: 1.Een goede kwaliteit van het programma/instructeur; 2.Een relatief hoog aantal jaarlijks verreden kilometers van de doelgroep dan wel een frequente blootstelling aan mogelijk gevaarlijke situaties die zijn behandeld tijdens de opleiding; 3.Geen eenzijdige nadruk op voertuigbeheersing; 4.Gebruikmaking van het groepsproces; 5.Vrijwilligheid van deelname; 6.Afstemming op de doelgroep. De overheid zou een meer actieve, faciliterende rol kunnen spelen. Het rapport geeft de volgende suggesties: 1.Stimuleren of financieren van onderzoek; 2.Organiseren van kennisuitwisseling bijvoorbeeld door conferentie; 3.Stimuleren van positieve ontwikkeling van het veld van de voortgezette rijopleiding, bijvoorbeeld door middel van proces-management
Advanced driving courses in the Netherlands The field of advanced driving courses in the Netherlands was explored in response to a request by the Netherlands Transport Research Centre AVV. An overview is given of the courses currently offered in the Netherlands. Most are one-day courses, with emphasis placed to a greater or lesser degree on vehicle control or on the prevention of accidents. With training courses for motor cyclists, the public road is often used for practical lessons. In addition, a written survey was held amongst trainees and interviews were conducted with training school managers and with driving instructors responsible for these advanced driving courses. Some important conclusions to issue from the latter interviews include: MThe advanced driving course is generally aimed at skills or subjects which are inadequately dealt with or not considered in the standard driving course programme. With courses for motorists and motor cyclists, this concerns matters such as: braking, braking and averting and taking bends. MDuring the advanced driving courses, attention is paid both to the driving skills of participants and to their traffic attitude. MDuring the advanced driving courses, most trainees exhibit an improvement in certain skills, although these learning effects differ per trainee. MThe learning effects of the exercise material supplied tend to ebb away after some time, particularly when the practised behaviour cannot be repeatedly applied under normal traffic conditions. In the opinion of the motorists interviewed, an advanced driving course appears to contribute reasonably to extremely well to the various learning objectives, where positive emphasis is placed on the following learning objectives, in particular: 1.Improved general control of the vehicle (44% high contribution); 2.Greater understanding of the driving properties of the vehicle (43% high contribution); 3.Better understanding of hazardous situations (41% high contribution); 4.Insight into own limitations (40% high contribution). In the opinion of the motor cyclists interviewed, an advanced driving course appears to contribute reasonably to extremely well to the following learning objectives: 1.Improved general control of the vehicle (52% high contribution); 2.Better understanding of hazardous situations (39% high contribution); 3.Greater understanding of the driving properties of the vehicle (35% high contribution); 4.More confidence in driving skills (35% high contribution). Finally, the field of advanced driving courses is evaluated and considerations and recommendations with respect to the implementation of government policy in the field of advanced driving courses are given. The advanced driving courses in the Netherlands can contribute to a modest degree to road safety when considered in the short term (one or two years). `Modest' in the sense that only a small proportion of Dutch drivers per year follow these courses (amongst motor cyclists less than 4%, amongst motorists less than one half percent) and also modest in the sense that the one-day courses generally available offer a limited means of learning new, reliable automatic behaviour patterns; furthermore, these courses can only cover part of driving behaviour overall. In order to make a significant contribution towards road safety, six conditions are of importance: 1.A good quality programme/instructor; 2.A relatively high number of kilometres driven by the target group annually, or frequent exposure to those potential hazardous situations dealt with during the training course; 3.No biased emphasis on vehicle control; 4.Use of the group process; 5.Voluntary participation; 6.Ensure that the course suits the target group. The government could play a more active, facilitating role. The report offers the following suggestions: 1.Stimulate or finance research; 2.Organise an exchange of know-how, e.g. through conferences; 3.Stimulate positive developments in the field of advanced driving courses, e.g. by means of process management