Naast een inschatting van de maatschappelijke waarde van een project, bieden nu door Verkeer en Waterstaat gebruikte evaluatie-instrumenten ook inzicht in de invulling van de rol van de overheid. Steeds vaker spelen private partijen een rol bij het ontwikkelen en financieren van een transportinfrastructuurproject. Dat roept vragen op. Welke rol heeft de overheid in die gevallen? Welke maatschappelijke afweging moet worden gemaakt als de rol van de overheid slechts beperkt is, en welke instrumenten kunnen daarbij behulpzaam zijn? De notitie 'Wikken en wegen' van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid gaat op deze vragen in. Voor transportinfrastructuurprojecten zijn zes economische evaluatie-instrumenten in gebruik, die allemaal iets zeggen over de maatschappelijke waarde van een project. Dit zijn onder andere OEI (Overzicht Effecten Infrastructuur, op basis van maatschappelijke kosten-baten analyse), PPC (Publiek-Private Comparator) en de Business Case. Deze evaluatie-instrumenten zijn vergeleken en er is beargumenteerd wat hun functie is als er sprake is van een grote private rol in de totstandkoming van een project. De combinatie van informatie uit de Business Case en uit OEI speelt daarbij een belangrijke rol. (Author/publisher)
Samenvatting