Zijn de snelheidslimieten op autosnelwegen nog relevant? : effecten van de aanpassing van de snelheidslimieten op de Belgische autosnelwegen op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het milieu.

Auteur(s)
Leblud, J. Lequeux, Q. Slootmans, F. Broeckaert, M. Maes, J. & Trotta, M.
Jaar
Samenvatting

Deze studie heeft tot doel na te gaan of het mogelijk en wenselijk is de snelheidslimieten op de Belgische autosnelwegen te wijzigen. Daarom werden deze wijzigingen getoetst aan hun impact op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het milieu. De studie is onderverdeeld als volgt: het eerste deel schetst de situatie op de autosnelwegen in België. Het beschrijft eerst de huidige snelheidsregels op federaal en gewestelijk niveau en de technologie van de weginfrastructuur die toelaat de gereden snelheid te controleren en deze aan te passen aan de verkeersomstandigheden. Vervolgens wordt er een stand van zaken opgemaakt van het verkeer en de verkeersongevallen op de Belgische autosnelwegen vandaag. Daarna wordt de regelgeving getoetst aan de snelheden waaraan de Belgen werkelijk rijden door te kijken naar de resultaten van de gedragsmeting snelheid. In het tweede deel wordt er, via een analyse van de Belgische en internationale literatuur, dieper ingegaan op de effecten van snelheid in het algemeen, de toepassing van variabele snelheidslimieten en een wijziging van de limiet op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het leefmilieu. Het Belgische autosnelwegennet maakt deel uit van een ruimer Europees net. De regelgeving verschilt van land tot land en evolueert voortdurend. De analyse van de wijziging van de snelheidslimieten in andere Europese landen leert ons dus welke de goede praktijken zijn en helpt ons de studie te verrijken met de ervaring van internationale experts die zich met de snelheidsproblematiek bezighouden. Daarnaast willen we nagaan hoe Belgen omgaan met snelheid en het naleven van de snelheidslimieten en hoe ze zich verhouden tot de andere Europese bestuurders. Op basis van deze eerste informatie maakten we een synthese om na te gaan of dit overdraagbaar is op het Belgische snelwegennet. Er werden hypothesen geselecteerd voor de snelheidswijzigingen op het Belgische autosnelwegennet. De firma Stratec werd gevraagd een model op te stellen van het Belgische autosnelwegennet om de werkhypothesen te kunnen simuleren en hun effecten op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het leefmilieu aan te tonen. Deze studie heeft in eerste instantie aangetoond dat dynamische snelheidslimieten volgens heel wat studies bijdragen tot een vlotter verkeer met een gunstige invloed op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het milieu. We vonden in deze literatuurstudie geen enkel tastbaar voordeel van de verhoging van de maximumsnelheid op onze autosnelwegen. Een hogere snelheid zou namelijk het risico op en de ernst van ongevallen doen toenemen, een hogere uitstoot van vervuilende gassen veroorzaken en ten slotte slechts een beperkte tijdwinst op de trajecten opleveren (zeker in landen met dezelfde oppervlakte als België). De simulaties hebben aangetoond dat een progressieve verlaging van de snelheidslimieten een significante verbetering kan teweegbrengen van de totale trajectduur op het Belgische autosnelwegennet (tot 25%), de verkeersveiligheid (-6% dodelijke verkeersslachtoffers) en het milieu (verminderde uitstoot van CO, CO2, fijn stof en vluchtige organische stoffen). De studie heeft ook bevestigd dat de overgang naar een maximumsnelheid van 130 km/u slechts een beperkt effect zou hebben op de mobiliteit. Door een verschuiving van het verkeer van de nationale wegen naar de autosnelwegen zou het zelfs helemaal geen effect hebben op de verkeersveiligheid. Daarnaast heeft de verhoging tot 130 km/u een negatieve impact op de uitstoot van vervuilende gassen. Een deel van de bevolking zou overigens geneigd zijn de snelheid op de autosnelweg op te voeren en opnieuw de toegelaten maximumsnelheid te overschrijden. Dat wil zeggen sneller dan 130 km/u, wat het risico op en de ernst van ongevallen doet toenemen. Ten slotte heeft dit onderzoeksproject aan het licht gebracht dat de huidige ontwikkeling van de technologie op het Belgische wegen- en snelwegennet nieuwe studies over de dynamische snelheidslimieten alleen maar kan aanmoedigen. Deze studie over de mogelijkheid en de voordelen van een aanpassing van de snelheidslimieten in België heeft aangetoond dat dergelijke wijzigingen significante effecten hebben op de mobiliteit, de verkeersveiligheid en het milieu. De geleidelijke verlaging van de snelheidslimieten in de gecongestioneerde zones lijkt de verkeersstroom en de homogeniteit ervan efficiënt te verbeteren. Het resultaat is een betere gemiddelde snelheid, een aanzienlijke tijdwinst, veiliger verkeer (minder interacties tussen voertuigen) en minder vervuiling. Deze maatregel verdient dus aanbeveling, te meer omdat hij in het buitenland zijn sporen reeds heeft verdiend. Het zou interessant zijn om de effecten van deze wijzigingen op de voornaamste gecongestioneerde zones van het Belgische grondgebied grondiger te onderzoeken (bijvoorbeeld door de homogeniteit van het verkeer tijdens de SMOG-alarmen te bestuderen). Bovendien zouden we de gebruikers moeten informeren over de collectieve winst van dergelijke maatregelen, die niet per sé individueel voelbaar is. Bovendien zou het mogelijk zijn de toegelaten maximumsnelheid op te voeren tot 130 km/u op weiniggecongestioneerde autosnelwegen waar tussen 22 en 6 uur vaak snelheden van meer dan 120 km/u worden waargenomen. Het enige voordeel zou een kleine verbetering zijn van de mobiliteit gedurende deze periode. Met sensibiliseringscampagnes moeten we de bestuurders nog meer aanmoedigen om hun gedrag te veranderen. De Belgen hebben namelijk de neiging om de snelheidslimieten aan hun laars te lappen en de risico’s van snelheid te onderschatten (zie ESRA-studies ). De sensibilisering moet bovendien gepaard gaan met trajectcontroles: strenge controles zijn noodzakelijk om zeker te zijn dat de (hogere) snelheden worden gerespecteerd. Toch wegen de voordelen van deze maatregel niet op tegen de nadelen: een hoger risico (een ongeval aan hogere snelheid is vaak ernstiger) en meer vervuiling. Het is ook interessant te weten dat de geleidelijke verlaging van de snelheid en de verhoging van de snelheid in weinig gecongestioneerde zones elkaar niet uitsluiten. Beide kunnen perfect samen worden toegepast, aangezien ze betrekking hebben op totaal verschillende zones. Deze wijzigingen (naar boven of beneden) moeten ongetwijfeld gepaard gaan met informatie aan de weggebruikers. Zij moeten namelijk begrijpen waarom ze hun snelheid moeten aanpassen en de beperkingen strikt naleven. We moeten ze dus vertellen wat iedereen bij deze maatregelen te winnen heeft en hoe groot de collectieve winst is wanneer iedereen de opgelegde snelheden naleeft. Tot slot helpt de studie het debat op gang te trekken over de invoering van een wijziging van de snelheidslimieten in België en ondersteunt ze de inspanningen van de gewesten om de infrastructuur te moderniseren. Uiteraard is de studie slechts een modelvorming en moet ze dus met de nodige omzichtigheid worden geïnterpreteerd. Nu dringen andere studies zich op die zich toespitsen op de meest gecongestioneerde en/of ongevalsgevoelige zones (bijvoorbeeld wegenwerken, zones waar onaangepaste snelheden vaak ongevallen veroorzaken) om de winst van de invoering van deze maatregelen te maximaliseren. (Author/publisher)

Publicatie

Bibliotheeknummer
20170294 ST [electronic version only]
Uitgave

Brussel, Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid BIVV - Kenniscentrum Verkeersveiligheid, 2017, 83 p., 86 ref.; Onderzoeksrapport No. 2017-R-04-NL / D/2017/0779/13

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.