Verkeersveiligheid staat steeds meer in de belangstelling. Er vallen jaarlijks ongeveer 1300 verkeersdoden, terwijl de verkeersdrukte nog steeds sterk toeneemt. Voor velen is deze ontwikkeling niet acceptabel. Taken op het gebied van verkeersveiligheid zijn er onder andere voor het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Een belangrijk deel van de uitvoering van het verkeersveiligheidsbeleid ligt bij de gemeente, waarbij andere actoren steun kunnen geven aan de beleidsvorming en -uitvoering. In januari 1994 is door het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een bestuursakkoord gesloten. Dit akkoord heeft betrekking op de verdere decentralisatie van rijkstaken aan de provincies en gemeenten op het gebied van de samenwerking op regionaal niveau betreffende de aanpak van de verkeersonveiligheid. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor verkeersveiligheid van Rijk, provincies en gemeenten komt in het genoemde akkoord onder andere aan de orde. De officiële benaming van het akkoord is "bestuursakkoord decentralisatie regionaal verkeersveiligheidsbeleid". In het verloop van deze scriptie wordt voor de leesbaarheid veelal het begrip "decentralisatie-akkoord" gehanteerd. Het decentralisatie-akkoord wordt in 1997 geëvalueerd, zodat bekeken kan worden of de doelstellingen van het decentralisatie-akkoord voorlopig gerealiseerd zijn en de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Bij het rijk en dan met name bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat is er echter geen duidelijk beeld hoe het decentralisatie-akkoord doorwerkt naar provincies en vooral naar gemeenten. Gemeenten hebben taken op het gebied van verkeersveiligheid. Bij het rijk is niet volledig helder hoe gemeenten die taken invullen. Voorts is daardoor niet duidelijk of gemeenten voldoende faciliteiten hebben om een goed verkeersveiligheidsbeleid te voeren en in welke mate gemeenten behoefte hebben aan extra faciliteiten. Naar aanleiding hiervan wordt een onderzoek gedaan naar het gemeentelijk verkeersveiligheidsbeleid en de rol die het ministerie van Verkeer en Waterstaat daarbij zou kunnen vervullen. (Author/publisher)
Samenvatting