Rijden onder invloed in Nederland in 2006-2022

Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten
Auteur(s)
I&O Research
Jaar

Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL), voorheen Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) voerde van 1999 tot en met 2008 jaarlijks onderzoek uit naar het rijden onder invloed van alcohol in Nederland. In 2009 is de onderzoeksopzet geëvalueerd en is besloten het onderzoek uit te besteden aan I&O Research. In 2010 zijn door I&O Research voor het eerst metingen uitgevoerd. De meting van 2022 is de zevende die door I&O Research is uitgevoerd. De opzet is hetzelfde gebleven als in de periode 1999-2008. De opdrachtgever van het onderzoek is het Directoraat-Generaal Mobiliteit van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Als aanvulling op het onderzoek waarbij is aangesloten bij de alcoholcontroles, is dit jaar ook een vragenlijstonderzoek uitgezet.
In samenwerking met de politie worden tweejaarlijks alcoholcontroles uitgevoerd, verdeeld over de 10 Nederlandse politieregio’s. De metingen bestaan uit een aselecte steekproef van automobilisten die voornamelijk in de nacht van vrijdag op zaterdag (vrijdagnacht) en van zaterdag op zondag (zaterdagnacht) tussen 22.00 en 4.00 uur aan het verkeer deelnemen. Iedere automobilist is verplicht een ademtest af te laten nemen en wanneer men bij deze ademtest op straat de alcohollimiet van 0,5‰ (ervaren bestuurder) of 0,2‰ (beginnende bestuurder) overschrijdt, volgt een ademanalysetest welke zal moeten bepalen of de bestuurder daadwerkelijk de limiet overschrijdt. Als gevolg van de coronaepidemie en de bijbehorende maatregelen werd de face-to-face-waarneming in 2021 en 2022 verstoord. Deze vorm van waarneming was in 2021 niet en in 2022 slechts beperkt mogelijk. Na opheffing van de vrijheidsbeperkende maatregelen zijn de alcoholcontroles uitgevoerd zoals voorheen, waardoor er geen verandering heeft plaatsgevonden in de opzet van het onderzoek. In 2022 zijn 4.815 blaastesten afgenomen. Het aantal blaastesten is lager dan voorgaande jaren en daarom dient er enige voorzichtigheid in acht te worden genomen bij de (deel)uitkomsten van deze meting. Waar de betrouwbaarheid in verband met de lagere steekproef(aantallen) in het geding is, wordt dit in deze rapportage vermeld.

Rapportnummer
266
Pagina's
64
Bibliotheeknummer
20220381 ST [electronic version only]
Gepubliceerd door
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat RWS, Water, Verkeer en Leefomgeving WVL, ['s-Gravenhage]

Onze collectie

Deze publicatie behoort tot de overige publicaties die we naast de SWOV-publicaties in onze collectie hebben.