Een ontzegging van de rijbevoegdheid of een ongeldigverklaring van het rijbewijs vermindert het aantal alcoholovertredingen en het aantal alcohol-gerelateerde ongevallen en draagt zo bij aan een grotere verkeersveiligheid [72]. Toch werken dergelijke straffen vaak beter in combinatie met andere maatregelen (bijvoorbeeld rehabilitatie) dan als losse maatregel [72].
Bij een ontzegging van de rijbevoegdheid mag een automobilist voor een bepaalde periode geen auto besturen. Bij een ongeldigverklaring van het rijbewijs moet iemand opnieuw zijn rijvaardigheid en/of geschiktheid bij het CBR aantonen (zie ook vraag Welke strafrechtelijke en bestuursrechtelijke maatregelen zijn er voor rijden onder invloed?)
Ontzegging van de rijbevoegdheid of ongeldigverklaring van het rijbewijs is geen garantie dat deze bestuurders ook werkelijk geen auto meer besturen. Op basis van telefonische interviews met 1000 automobilisten in Oostenrijk is bijvoorbeeld geschat dat van de automobilisten van wie het rijbewijs was ingetrokken, meer dan een kwart toch bleef rijden, en zo’n 15% zelfs nog onder de invloed van alcohol reed [73]. Amerikaanse en Australische studies (beschreven in [74]) geven aan dat 50-70% van de alcoholovertreders ook na ontzegging van de rijbevoegdheid of ongeldigverklaring van het rijbewijs (af en toe) blijft autorijden. Goldenbeld, Blom & Houwing [29] concluderen dat juist bij de groep zware alcoholovertreders traditionele maatregelen, waaronder de ontzegging van de rijbevoegdheid, geen of nauwelijks effect lijken te hebben. Ten minste 45% zware alcoholovertreders is hardnekkig in hun overtredingsgedrag en blijft ook na dergelijke straffen met te veel alcohol op rijden.