Veel van de maatregelen die de veiligheid van gewone fietsers verbeteren, zullen ook de veiligheid van elektrische fietsers verbeteren. Het gaat dan vooral om infrastructurele maatregelen en maatregelen gericht op het verbeteren van de stabiliteit. Zie ook de SWOV-factsheet Fietsers. Maatregelen die vooral (ook) voor de elektrische fietser van belang zijn, hebben te maken met de hogere snelheid waarmee gereden wordt. Het gaat dan om het gebruik van een helm en een achteruitkijkspiegel, het vergroten van de herkenbaarheid van de (snelle) elektrische fiets en het tegengaan van de opvoermogelijkheid. Daarnaast kan ook de balans van de elektrische fiets verbeterd worden.
Stimuleren van een fietshelm
Een fietshelm reduceert de kans op dodelijk hersenletsel met ongeveer 70% [46]. Als alle fietsers van 70 jaar en ouder een helm zouden dragen, zouden er jaarlijks 45 tot 50 verkeersdoden minder vallen in Nederland [47]. Zie voor meer informatie over de werking en de effectiviteit van de fietshelm de SWOV-factsheet Fietshelmen. Een fietshelmverplichting lijkt in Nederland op dit moment niet haalbaar, maar ervaringen in Denemarken hebben laten zien dat het stimuleren van het vrijwillig gebruik van een fietshelm tot een substantiële stijging in gebruik kan leiden. Het gemiddelde helmgebruik in het stadsverkeer is daar in de afgelopen jaren gestegen van 33% in 2015 naar 47% in 2020 [48].
Stimuleren van een achteruitkijkspiegel
Vooralsnog zijn het vooral 65-plussers die gebruikmaken van een elektrische fiets. Met het ouder worden nemen onder andere de motorische vaardigheden af (zie de SWOV-factsheet Ouderen in het verkeer). Dit betekent onder andere dat het achteromkijken en tegelijkertijd balans houden steeds lastiger wordt. Een achteruitkijkspiegel verhelpt dit probleem. Maar ook voor jongere elektrische fietsers helpt een achteruitkijkspiegel om beter zicht te hebben op de verkeerssituatie achter hen. Engbers et al. [49] stellen een achteruitkijkassistent voor. Dit ondersteunende systeem zou ook kunnen waarschuwen voor bijvoorbeeld achterliggers die gaan inhalen om zo schrikreacties te voorkomen. Vooralsnog is er alleen een prototype beschikbaar.
Vergroten van de herkenbaarheid
Een probleem dat lijkt te spelen is dat andere weggebruikers de snelheid van een elektrische fiets onderschatten en daardoor verkeerde en gevaarlijke (oversteek)beslissingen nemen [21]. Het vergroten van de herkenbaarheid van de elektrische fiets, mogelijk in combinatie met voorlichting over de eigenschappen van elektrische fietsen, kan helpen de verwachtingen van andere verkeersdeelnemers te verbeteren. Op welke wijze de herkenbaarheid vergroot kan worden, moet verder onderzocht worden.
Tegengaan van het opvoeren van elektrische fietsen
Het opvoeren van een elektrische fiets is technisch gezien eenvoudig. Opvoersetjes zijn op grote schaal via internet te verkrijgen en uit buitenlands onderzoek blijkt dat een deel van de fietsverkopers ook bereid is hierbij te assisteren (zie de vraag Hoe snel wordt op een elektrische fiets en op een speed-pedelec gereden?). In eerste instantie zal het meer gericht en frequenter handhaven van het verbod om met een opgevoerde elektrische fiets op de openbare weg te rijden, moeten bijdragen aan het terugdringen hiervan. Daarnaast moet het technisch gezien onmogelijk (of in elk geval heel lastig) worden gemaakt om een elektrische fiets op te voeren. Dat deze opgave niet eenvoudig is, blijkt uit de onsuccesvolle pogingen om het opvoeren van snorfietsen tegen te gaan (zie de SWOV-factsheet Brom- en snorfietsers).
Verbeteren van de balans
Er wordt wel eens gezegd dat de balans van een elektrische fiets beter is als de locatie van de motor en accu zo laag mogelijk is. Dat is juist voor een stilstaande fiets maar niet voor een rijdende fiets. Hoe hoger het zwaartepunt ligt, hoe makkelijker het is om de rijdende fiets te balanceren [50]. Tegenwoordig zit de accu steeds vaker in het frame (de buis van het stuur naar de trappers). De accu in het frame en de motor in het midden zorgen ervoor dat de massa meer in het midden van de fiets zit, waardoor er ook voldoende druk op het voorwiel is. Bij onvoldoende druk op het voorwiel bestaat de kans dat het voorwiel wegglipt, waardoor de balans direct verloren is.