Hoeveel slachtoffers zouden fietshelmen kunnen besparen?

Antwoord

SWOV heeft een schatting gemaakt van de potentiële reductie van het aantal fietsslachtoffers in Nederland wanneer alle fietsers altijd een fietshelm zouden dragen [39]. Dit komt neer op een besparing van ongeveer 85 verkeersdoden en 2500-2600 ernstig verkeersgewonden (zie Tabel 2). De schatting is gebaseerd op de effectiviteit van fietshelmen zoals die is gebleken uit een recente meta-analyse [28]. Zie verder de vraag Hoe effectief is een fietshelm in het voorkomen van (dodelijk) hoofdletsel bij fietsers? in combinatie met de prevalentie van (ernstig) hoofd- en hersenletsel bij fietsers. De schatting van de effectiviteit van helmen is gebaseerd op uitsluitend buitenlands onderzoek. Gezien het gebruik van de fiets en de beschikbare (fiets)infrastructuur in Nederland, is niet met zekerheid te zeggen of hier het effect hetzelfde zou zijn. Er zijn echter geen concrete aanwijzingen voor een afwijkend effect.

Doelgroep

Effect op verkeersdoden
(reductie per jaar)

Effect op ernstig verkeersgewonden
(reductie per jaar)

Alle fietsers

85

2500 – 2600

Kinderen (< 12)

< 5

200

70-plussers

45 - 50

900

Tabel 2. Potentiële effecten toename helmgebruik van 0% naar 100%. De effecten zijn afgerond op vijftallen (doden) en honderdtallen (ernstig verkeersgewonden). Bron: [39].

Hoofd- en hersenletsel komt relatief veel voor bij fietsers. Van alle fietsers in Nederland die ernstig gewond raken door een fietsongeval, heeft bijna een derde hoofd- of hersenletsel. Bij fietsongevallen waarbij een motorvoertuig betrokken is, loopt bijna de helft van de fietsers hoofd- of hersenletsel op (47%); bij fietsongevallen zonder motorvoertuig geldt dat voor ruim een kwart (28%; zie Afbeelding 1 en verder ook de factsheet Ernstig verkeersgewonden in Nederland. Hoofd- en hersenletsel betekent in 86% van de gevallen hersenletsel, de overige 14% betreft hoofdletsel zonder hersenletsel.

Afbeelding 1 Jaarlijks percentage fietsers met ernstig hoofd-/hersenletsel (MAIS2+) als hoofd- of nevendiagnose, ten opzichte van alle fietsers in die leeftijdsgroep die met ernstig letsel (MAIS 2+) in het ziekenhuis zijn opgenomen; gerekend over de periode 2010-2014 (bronnen: Dutch Hospital Data – LMR/LBZ; CBS – Onderzoek Verplaatsingen in Nederland).

Afbeelding 2 Jaarlijks aantal fietsers met ernstig hoofd-/hersenletsel (MAIS2+) als hoofd- of nevendiagnose (afgerond op veelvouden van vijf) per miljard fietskilometers (risico); voor verschillende leeftijdsgroepen en gerekend over de periode 2010-2014 (bronnen: Dutch Hospital Data – LMR/LBZ; CBS – Onderzoek Verplaatsingen in Nederland).

Er is in Nederland vrijwel geen steun voor een algemene fietshelmverplichting, ook niet bij verkeersorganisaties [23]. Vaak gehoorde argumenten tegen een verplichting zijn dat het effect wordt overschat doordat fietsers (en andere verkeersdeelnemers) zich onveiliger gaan gedragen; dat weliswaar hoofdletsel tegen wordt gegaan, maar dat nekletsel zich vaker voordoet; en vooral dat een helmplicht leidt tot een afname van het fietsgebruik. De vraag Heeft een fietshelm ook negatieve effecten? gaat op elk van deze argumenten in.

Onderdeel van factsheet

Fietshelmen

Een fietshelm is bedoeld om een fietser die betrokken is bij een ongeval, te beschermen tegen hoofd- en hersenletsel.

Deze factsheet gebruiken?