Het is nog niet mogelijk om harde conclusies te trekken over de verkeersveiligheid van fietssnelwegen en fietsstraten. Een fietssnelweg, in de Ontwerpwijzer fietsverkeer benoemd als ‘snelle fietsroute’, is een regionale hoofdfietsroute die hoogwaardig is ingericht voor fietsverplaatsingen over langere afstanden [4], zie bijvoorbeeld Afbeelding 9. Een fietsstraat combineert twee functies, namelijk een doorgaande functie voor het fietsverkeer (hoofdfietsroute, snelle fietsroutes) en een erftoegangsfunctie voor het autoverkeer [5]. Zie bijvoorbeeld Afbeelding 10.
Een bord kan benadrukken dat motorvoertuigen zich op een fietsstraat als ‘gast’ moeten gedragen, maar de fietsstraat en het bord hebben geen juridische status, zie CROW-Fietsberaad [5] voor meer aanbevelingen over de inrichting. Een snelle fietsroute kan een fietsstraat, een solitair fietspad of een fietspad langs een weg zijn. De uitwerking kan dermate sterk verschillen, dat er geen eenduidige uitspraak over de relatie met verkeersveiligheid mogelijk is. Voor fietsstraten geldt dit in mindere mate. Die kunnen volgens de aanbevelingen van CROW-Fietsberaad [5] bijvoorbeeld een of twee rijlopers hebben en, indien nodig, snelheidsremmers en verkeerscirculatiemaatregelen om de hoeveelheid motorvoertuigen te beperken.
Er is in Nederland geen ongevalsonderzoek beschikbaar om de veiligheid van fietsstraten vast te stellen. CROW-Fietsberaad heeft in 2017 op elf straten observatieonderzoek uitgevoerd, waarbij binnen 33 uur 6.600 ontmoetingen met motorvoertuigen werden waargenomen. Er waren geen bijna-ongevallen. Ongeveer 5% van de ontmoetingen werd geclassificeerd als hinderlijk of gevaarlijk, met name dicht achter een fietser rijden kwam vaak voor [5]. Volgens Mansvelder, Delbressine en Dijkstra [35] passen kenmerken zoals voorrang voor verkeer op de fietsstraat en toepassing van asfalt voor het fietsverkeer niet in de Duurzaam Veilig-visie op verblijfsgebieden, zie de SWOV-factsheet 30 km/uur-gebieden. Op acht door Delbressine [36] onderzochte fietsstraten overschreed een groot deel van de auto's de snelheidslimiet van 30 km/uur.
De verkeersveiligheidseffecten van fietsstraten moeten ook op netwerkniveau worden bekeken. Fietsers kunnen via fietsstraten door verblijfsgebieden rijden in plaats van eromheen langs gebiedsontsluitingswegen. Dit heet ook wel ‘ontvlechting van het auto- en fietsnetwerk’ [4]. Steden waar meer door verblijfsgebieden en minder langs gebiedsontsluitingswegen wordt gefietst, blijken veiliger voor fietsers, maar daarbij is niet expliciet naar het gebruik van fietsstraten gekeken [15] [37].
Afbeelding 9. Voorbeeld fietssnelweg (Foto: Fietsberaad).
Afbeelding 10. Voorbeeld fietsstraat (Foto: Paul Voorham).