Welke verklaringen zijn er voor internationale verschillen in verkeersveiligheid?

Antwoord

Verschillen tussen landen in het niveau van verkeersveiligheid en de ontwikkelingen over de tijd, kunnen in grote lijnen worden teruggevoerd op (combinaties van) vier, deels samenhangende factoren [21] [22] [23] [24] [25] [26]:

  • Verschillen in welvaart en cultuur.
  • Verschillen in mobiliteit en verplaatsingsgedrag.
  • Verschillen in verkeersveiligheidsbeleid.
  • En daarmee samenhangend, verschillen in achterliggende prestatie-indicatoren voor de veiligheid van wegen, voertuigen, verkeersdeelnemers en hulpverlening.

Verschillen in welvaart en cultuur

Van den Berghe et al. [25] laten zien dat meer welvarende landen verkeersveiliger zijn dan minder welvarende landen. Ook vonden deze onderzoekers dat landen met een meer individualistische cultuur – mensen die hun eigen mening minder laten bepalen door lidmaatschap van een maatschappelijke groep – verkeersveiliger zijn dan landen met een minder individualistische cultuur. Daarnaast zijn er historische, geografische en klimatologische verschillen tussen landen die een meer structureel effect hebben gehad op zaken als ruimtelijke planning, ontwikkeling van het wegennet, mobiliteit en verkeerssamenstelling, en daarmee op het veiligheidsniveau.

Verschillen in mobiliteit en verplaatsingsgedrag

Landen verschillen bijvoorbeeld in autodichtheid, fietsgebruik, en het aandeel vrachtverkeer of landbouwverkeer op wegen; dit beïnvloedt ook de verkeersveiligheid [27]. Zo kent Nederland naar verhouding erg veel fietsen en die worden niet alleen recreatief, maar vooral ook voor dagelijkse verplaatsingen (boodschappen, school, werk) gebruikt. Aangezien fietsen een kwetsbare vorm van mobiliteit is, heeft dit invloed op het totaal aantal slachtoffers (zie ook de vraag Hoe verhouden de betrokken vervoerswijzen in Nederland zich met die in andere landen?)

Verschillen in verkeersveiligheidsbeleid

Verscheidene onderzoekers wijzen naar verschillen in beleid, beleidsprioriteiten en bestuur in een land als het gaat om een verklaring van verschillen in verkeersveiligheid. Bliss & Breen [22] onderscheiden zeven aspecten op dit gebied: coördinatie, wetgeving, financiering, promotie, monitoring/evaluatie, onderzoek en kennisverspreiding. Chen et al. [24] onderscheiden vijf factoren die bijdragen aan de kwaliteit van nationaal verkeerveiligheidsbeleid: reikwijdte en ambities van verkeersveiligheidsdoelstellingen, verstandige probleemanalyse voorafgaand aan beleid, economische evaluatie van voorgenomen verkeersveiligheidsbeleid, monitoring van verkeersveiligheidsbeleid en duidelijk belegde verantwoordelijkheden voor beleidsuitvoering. Het verkeersveiligheidsbeleid resulteert uiteindelijk in een set aan verkeersveiligheidsmaatregelen, bestaande uit regelgeving, infrastructurele maatregelen, voertuigmaatregelen, handhaving, educatie en voorlichting.

Verschillen in scores op veiligheidsindicatoren

De drie voorgaande factoren bepalen samen de prestatie van een land op relevante veiligheidsindicatoren (kernprestatie-indicatoren of key performance indicators – KPI’s; ook wel safety performance indicators – SPI’s genoemd) voor voertuigen, infrastructuur, verkeersgedrag, en hulpverlening [21] [26]. In benchmarkstudies worden verklaringen voor verschillen in verkeersveiligheid tussen landen (of gebieden) vooral gezocht in verschillen in prestatie-indicatoren [23]: heeft een land naar verhouding veel verkeersslachtoffers, dan blijkt dit vaak samen te hangen met slechte prestaties op een of meer indicatoren. Er wordt bijvoorbeeld harder gereden dan in andere landen, de gordel of helm wordt minder (goed) gedragen, of de infrastructuur is minder veilig ingericht.

Onderdeel van factsheet

Nederlandse verkeersveiligheid in internationaal perspectief

Deze factsheet plaatst de verkeersveiligheid in Nederland in internationaal perspectief.

Deze factsheet gebruiken?