Hoe kunnen LEV’s zo veilig mogelijk in het verkeerssysteem worden geïntegreerd?

Antwoord

Op basis van de beschikbare kennis met name over e-steps, hebben het International Transport Forum van de OECD [11] en de Europese Commissie [42] algemene aanbevelingen opgesteld voor het veilig gebruik van, en interactie met, LEV’s. Daarnaast zijn door uiteenlopende partijen in Nederland, zoals de ANWB, CROW-Connekt en SWOV, rapporten uitgebracht waarin hun ideeën staan over een veilig gebruik van LEV’s. Ten slotte zijn er vanuit de overheid concrete ontwikkelingen voor een veilige toelating van LEV’s.

Algemene aanbevelingen

De belangrijkste aanbevelingen van OECD/ITF en de Europese Commissie (EC) zijn:

  • Zorg voor een afgeschermde en goed onderhouden infrastructuur voor LEV’s. Verbied LEV’s op het voetpad en zorg voor brede fietspaden, zodat verschillende soorten voertuigen het fietspad veilig kunnen gebruiken. Daarnaast moeten er parkeerplaatsen komen die specifiek voor e-steps zijn bestemd.
  • De meest ernstige LEV-ongevallen zijn die met gemotoriseerde voertuigen. Zorg dat de interactie met dit soort voertuigen veiliger wordt, door bijvoorbeeld een betere handhaving van snelheid en rijden onder invloed (ook voor de berijders van LEV’s) en een snelheidslimiet binnen de bebouwde kom van 30 km/uur.
  • Promoot het dragen van een helm; een helm vermindert de kans op (ernstig) hoofdletsel.
  • Ontmoedig te hoge snelheden en gevaarlijke manoeuvres (zoals door rood rijden en geen voorrang geven aan voetgangers waar dat hoort) door de huurprijs van e-steps niet te baseren op tijd, maar op afstand.
  • Verbeter het ontwerp en daarmee van de veiligheid van LEV’s door bijvoorbeeld richtingaanwijzers, een geluidssignaal, achteruitkijkspiegels, reflecterende materialen, een minimumwaarde voor de remvertraging (4 m/s²) en twee remmen die onafhankelijk van elkaar functioneren.
  • Stel duidelijke regels op voor LEV’s: waar mogen ze rijden, met welke snelheid, welke training moeten bestuurders hebben gehad, vanaf welke leeftijd mag je op een LEV, wat is de geldende alcohollimiet en is het gebruik van een helm verplicht.

OECD/ITF en EC bevelen ook aan om bij bestuurders van andere gemotoriseerde voertuigen meer bewustzijn te ontwikkelen over het (vereiste) rijgedrag van LEV’s. Bovendien geven zij aan dat het belangrijk is om data te verzamelen over LEV’s (gebruik, afgelegde afstanden en (bijna)ongevallen), zodat er meer kennis kan worden ontwikkeld.

Visies op veilig gebruik van LEV’s in Nederland

De ANWB, CROW-Connekt en SWOV hebben rapporten uitgebracht met daarin hun visie op het (verkeersveilig) gebruik van LEV’s. Hieronder staan de belangrijkste punten over verkeersveiligheid uit deze visies.

ANWB: Visie ANWB op de regulering van micro-vervoersmiddelen [43]

  • Pagina 14: “aanpassen van de nationale beleidsregel of maken van nieuwe wetgeving, waarbij ruimte is voor alle lichte voertuigen (dus ook balansvoertuigen), op voorwaarde dat ze als product veilig zijn. Reguleren conform de fiets: zelfde plaats op de weg als de fiets, geen verplichte helm, geen voertuigverzekering, geen rijbewijs, maximale constructiesnelheid van 25km/u.”

CROW-Connekt: Microbiliteit: disruptie in de mobiliteitsmarkt met grote gevolgen? [44]

  • Het verlagen van de snelheid en het verminderen van het aantal auto’s in met name 30km/uur-gebieden zal bijdragen aan de verkeersveiligheid van LEV’s. Meer dan het dragen van fluorescerende kleding en een helm.
  • Als de openbare ruimte zodanig is ingericht dat lopen en fietsen worden gestimuleerd, draagt dit bij aan de verkeersveiligheid. De vrijliggende fietspaden en trottoirs moeten dan wel voldoende breed en goed onderhouden zijn.
  • Het is van belang dat er duidelijk eisen aan het voertuig zelf zijn. Het instrueren van kwetsbare groepen over de gevaren van een voertuig is niet voldoende.
  • Het ontwerp van de verkeersomgeving moet passen bij het gedrag dat je van de weggebruiker verwacht.

SWOV: Veilig innoveren: toelating van LEV’s en de toekomst van fietspaden [45]

  • Pag. 4: “De toelating van innovatieve LEV’s moet bijdragen aan het realiseren van maatschappelijke doelen, waaronder in elk geval verkeersveiligheid. Uitgangspunt is dat innovatieve LEV’s tot het wegverkeer kunnen worden toegelaten als de maatschappelijke baten daarvan per saldo groter zijn dan de kosten én het wegverkeer in elk geval veiliger wordt.”
  • Pag. 4: “Fietspaden zijn primair bedoeld voor de veiligheid van fietsers. Alleen voertuigen die qua omvang, gewicht, snelheid en functie vergelijkbaar zijn met reguliere fietsen kunnen veilig op fietspaden rijden.”

Aanbevelingen voor een veilige toelating op Nederlandse wegen

Naast bovenstaande algemene aanbevelingen voor, en visies op het veilig gebruik van LEV’s heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid [4], naar aanleiding van het tragische ongeval met een Stint in 2018, aanbevelingen opgesteld voor een veilige toelating en monitoring van alle typen LEV’s. De belangrijkste aanbevelingen zijn:

  • Voer een integrale risicobeoordeling van LEV’s uit. Dat wil zeggen een beoordeling waarbij de interactie tussen mens, techniek en omgeving centraal staat. Geef daarbij een acceptabel veiligheidsniveau aan, uitgaande van de ambities van de overheid. Doe dit voor zowel nieuwe LEV’s, als voor LEV’s die al op de openbare weg zijn toegestaan. Monitor ontwikkelingen in de technologie en het verkeer zodat nieuwe of veranderde risico’s op tijd kunnen worden waargenomen en er effectieve maatregelen kunnen worden genomen.
  • Neem zo nodig extra maatregelen voor LEV’s die al zijn toegelaten op de openbare weg als blijkt dat het veiligheidsniveau van deze voertuigen onvoldoende is. Denk hierbij aan technische eisen, gebruiks- en gebruikerseisen en de infrastructuur.
  • Zorg dat een onafhankelijke keuringsinstantie verantwoordelijk wordt voor de besluitvorming bij het wel of niet toelaten van LEV’s (nationaal toegelaten voertuigen).

De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangegeven al deze aanbevelingen over te nemen en ze ‘mee te nemen’ bij het opstellen van het LEV-toelatingskader [46], dat naar verwachting in januari 2023 in werking zal treden.

SWOV heeft een voorstel geschreven voor een methode waarmee eventuele risico’s van interacties tussen LEV’s, bestuurder en omgeving kunnen worden geïnventariseerd, als onderdeel van de integrale risicobeoordeling [47] zoals deze sinds 2020 ook wordt toegepast in de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen. Hierbij wordt gekeken naar de ergonomie van het voertuig, de waarneembaarheid van het voertuig, het eventueel oneigenlijk gebruik van het voertuig, ervaring en bekwaamheid van bestuurders, herkenbaarheid van het voertuig en eventuele afleiding bij andere weggebruikers door het voertuig, de veiligheid van de beoogde plaats op de weg en de botsbescherming en botsveiligheid van het voertuig.

Onderdeel van factsheet

Lichte elektrische voertuigen (LEV’s)

Een licht elektrisch voertuig (LEV) is een elektrisch aangedreven voertuig om relatief kleine afstanden mee af te leggen. In Nederland zijn, in Meer

Deze factsheet gebruiken?