Wat is de toelatingsprocedure voor LEV’s op de openbare weg?

Antwoord

Op dit moment mogen alle elektrische (bak)fietsen (dus LEV’s met trapondersteuning) zonder toelatingsprocedure op de openbare weg rijden. Voor LEV’s zonder trapondersteuning, die niet onder bestaande Europese regelgeving vallen (zie ook de vraag Welke LEV’s zijn in Nederland op de openbare weg toegestaan?), geldt dat deze moeten voldoen aan de toelatingsprocedure zoals deze is opgesteld in de Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfiets [3]. Naar verwachting zal vanaf 2023 het toelatingskader LEV’s de huidige beleidsregel bijzondere bromfiets vervangen [1].

Huidige toelatingsprocedure: Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfiets

De Beleidsregel aanwijzing bijzondere bromfietsen is sinds januari 2011 van kracht en hiermee kan de minister van Infrastructuur en Waterstaat motorvoertuigen aanwijzen voor toelating tot de openbare weg. In 2019 is, naar aanleiding van het tragische ongeval met de Stint, de beleidsregel op enkele punten aangescherpt. Eind juni 2021 is de beleidsregel nogmaals aangepast, vooruitlopend op de procedures zoals die gaan gelden bij het nieuwe LEV-toelatingskader. Een fabrikant, importeur of distributeur kan een aanvraag voor toelating indienen bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De aanvrager moet onder andere laten zien dat het voertuig veilig is gebouwd, veilig is in gebruik en dat elk volgend voertuig dat wordt geproduceerd identiek is aan het voertuig dat is beoordeeld in de toelatingsprocedure. Daarnaast voert SWOV voor elk voertuigconcept een risico-inventarisatie uit. Het doel van een risico-inventarisatie is de risico’s te benoemen die kunnen ontstaan in de interactie tussen voertuig, bestuurder en de verkeersomgeving. Een voertuigconcept bestaat uit voertuigen die zodanig op elkaar lijken in ontwerp en gebruik, dat verondersteld wordt dat deze overeenkomstige rijeigenschappen bezitten. De RDW voert een technische keuring en rijtesten uit, toetst alle verschillende onderdelen van de aanvraag en brengt hierover advies uit aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Die minister neemt dan op basis van het RDW-advies een besluit.

Toelatingskader LEV’s

Er wordt op dit moment gewerkt aan een toelatingskader voor lichte elektrische voertuigen [6]. Het initiatief voor dit nieuwe kader is ontstaan naar aanleiding van het OvV-rapport ‘Lessen naar aanleiding van het ongeval met de Stint’ [4]. Een van de aanbevelingen in dit rapport was om de toelating van nieuwe voertuigen te herzien. Onder dit nieuwe kader vallen kleine elektrische (bak)fietsen (categorie 1a), kleine elektrische voertuigen zonder trapondersteuning (categorie 1b: PLEV’s) zoals elektrische steps en de Segway, en zwaardere elektrische bakfietsen voor goederen- (categorie 2a) of personenvervoer (categorie 2b) (zie de vraag Wat verstaan we onder lichte elektrische voertuigen (LEV’s)?). Voor categorie 1a gaat de wijze van toelating waarschijnlijk niet veranderen, de voertuigen uit deze kunnen dus zonder toelatingsprocedure op de weg blijven rijden. Voor de overige categorieën wordt vermoedelijk een toelatingsprocedure ingevoerd, die veelal zal lijken op de procedure zoals deze nu geldt bij de aanvraag voor de aanwijzing van een voertuig als bijzondere bromfiets. Dat wil zeggen dat er een technische keuring en een rijtest worden uitgevoerd en een inventarisatie van risico’s van het gebruik van het voertuig in het verkeer. Na toelating zal er toezicht op de productie zijn om te bekijken of het voertuig zoals het is toegelaten, niet wijzigt in de productie.

Onderdeel van factsheet

Lichte elektrische voertuigen (LEV’s)

Een licht elektrisch voertuig (LEV) is een elektrisch aangedreven voertuig om relatief kleine afstanden mee af te leggen. In Nederland zijn, in Meer

Deze factsheet gebruiken?