145838 documenten gevonden.

Naar schatting is 15 tot 20% van de verkeersongevallen (mede) het gevolg van vermoeidheid van de bestuurder, maar de schattingen van individuele studies lopen sterk uiteen. Mensen die vermoeid zijn, zijn minder alert en reageren minder snel en adequaat dan mensen die niet vermoeid zijn. Ook zijn zij sneller geïrriteerd en gefrustreerd.

Kinderen vormen als verkeersdeelnemers een kwetsbare groep. Ze zijn immers nog bezig om de vaardigheden te ontwikkelen waarmee ze uiteindelijk zelfstandig veilig aan het verkeer kunnen deelnemen. De rol van ouders om kinderen veilig verkeersgedrag aan te leren, is hierbij heel belangrijk.

Een fietshelm is bedoeld om een fietser die betrokken is bij een ongeval, te beschermen tegen hoofd- en hersenletsel. Een fietshelm is niet bedoeld om fietsongevallen te voorkomen (zie voor algemene fietsveiligheidsmaatregelen de SWOV-factsheet Fietsers).

Intelligente transport- en rijhulpsystemen zijn toepassingen van informatie- en communicatietechnologieën in voertuigen en transportinfrastructuur om het verkeer veiliger, efficiënter, comfortabeler, betrouwbaarder en milieuvriendelijker te maken.

Duurzaam Veilig Wegverkeer houdt in dat de verkeersomgeving zó is ingericht, dat er geen ernstige ongevallen kunnen gebeuren. En dat als er tóch een ongeval plaatsvindt, de ernst van de afloop beperkt blijft. De mens wordt hierbij als ‘maat der dingen’ genomen: de mens die kwetsbaar is, fouten maakt en zich niet altijd aan regels houdt.

In Nederland moet je een theorie- en praktijkexamen afleggen voor het behalen van het rijbewijs B, het rijbewijs voor het besturen van een personenauto. Rijlessen nemen is niet verplicht, maar zonder deze lessen is het vrijwel onmogelijk om voor het praktijkexamen te slagen.

Visuele informatie is voor verkeersdeelname van groot belang. Zowel openbare verlichting als voertuigverlichting helpt om in het donker de verkeerssituatie te (over)zien en om zelf gezien te worden. Het plaatsen van openbare verlichting zorgt voor een afname van 50% van het aantal letselongevallen in het donker.

Een 30km/uur-gebied wordt ook wel een ‘zone 30’ of ‘verblijfsgebied’ genoemd. Het gebied ligt meestal binnen de bebouwde kom en bestaat uit aaneengesloten erftoegangswegen met een snelheidslimiet van 30 km/uur. De gebieden hebben een verblijfsfunctie waar langzaam en gemotoriseerd verkeer mengen. Om die reden moet de snelheid laag zijn (maximaal 30 km/uur).

Brom- en snorfietsers lopen een relatief groot risico om slachtoffer te worden van een ongeval. Weliswaar is er een trend naar minder doden waar te nemen, maar het risico om in het verkeer om te komen of ernstig gewond te raken blijft erg groot vergeleken met andere vervoerswijzen. Bromfietsers zijn verplicht een helm te dragen, maar snorfietsers niet.

Een progressief sanctiesysteem houdt in dat men zwaardere of ingrijpender sancties krijgt opgelegd naarmate men meer overtredingen maakt.