Obstakelvrije zone
De obstakelvrije zone is het gebied lang de weg waarin zich geen obstakels of andere elementen mogen bevinden die bij aanrijding voor ernstige schade of letsel zouden kunnen zorgen [24]. Obstakels zijn bijvoorbeeld bomen, portalen en sloten. Binnen de obstakelvrije zone mogen bijvoorbeeld wel taluds aanwezig zijn, mits niet te steil, evenals zogeheten ‘botsveilig’ wegmeubilair.
De voorgeschreven breedte van de obstakelvrije zone is afhankelijk van de snelheidslimiet of de ontwerpsnelheid van de weg: 2,5 meter bij 60, 6 meter bij 80, 10 meter bij 100 en 13 meter bij 120 km/uur als snelheidslimiet. Voor wegen met een snelheidslimiet van 130km/uur wordt de ontwerpsnelheid 120km/uur aangehouden.
Afschermingsconstructie
Een afschermingsconstructie langs de weg heeft de volgende veiligheidskenmerken:
De afschermingsconstructie is flexibel .
Door flexibele afschermingsconstructies ondervindt een verkeersdeelnemer bij een aanrijding tegen de constructie minder krachten op het lichaam. De meest flexibele zijn vooral cable barriers . Ook geleiderails kunnen redelijk flexibel worden uitgevoerd. Betonnen barriers zijn het minst flexibel en daarom niet vergevingsgezind [9] [20].
Er staan geen obstakels binnen de ‘ werkende breedte ’.
De werkende breedte is de mate waarin de afschermingsconstructie dwars op de rijrichting uitbuigt bij een aanrijding. Staat er een obstakel te dicht bij de afschermingsconstructie, dan kan een aanrijding ernstig aflopen.
De afschermingsconstructie staat buiten de vlucht-/bergingszone .
Op deze manier is er ruimte voor voertuigen met pech. Een bestuurder heeft de ruimte om het voertuig eventueel veilig terug te sturen of veilig tot stilstand te brengen. Ook is de kans kleiner dat een voertuig terug de rijbaan op kaatst. Tot slot biedt dit ruimte (om plaats te maken) voor hulpdiensten.
De afschermingsconstructie begint ruim vóór het obstakel .
Als in de lengterichting de afscherming ‘te laat’ (te kort voor het object) begint, kan een voertuig achter de constructie langs schieten en alsnog tegen het obstakel botsen [15].
De beginpunten van de afschermingsconstructie zijn veilig vormgegeven.
Beginpunten moeten voorzien worden van een vergevingsgezinde terminal of eventueel obstakelbeveiliger en kunnen - in geval van een terminal - daarnaast worden ‘afgebogen’. Bij het afbuigen is het belangrijk dat de afschermingsconstructie met een juiste hoek en lengte de berm inloopt [15].