Invoering limieten en handhaving van deze limieten
Per 1 juli 2017 zijn in Nederland wettelijke limieten voor drugsgebruik in het verkeer ingevoerd, waardoor de politie de mogelijkheid heeft om met een speekseltest op drugsgebruik te controleren (zie de vraag Welke wetten gelden in Nederland over het rijden onder invloed van drugs en geneesmiddelen?). Uit het Europese DRUID-onderzoek naar rijden onder invloed van alcohol en drugs werd geconcludeerd dat met een intensivering van het toezicht op het gebruik van drugs in het verkeer een gunstig effect op verkeersveiligheid kan worden bereikt, mits het toezicht op drugsgebruik geen afbreuk doet aan het toezicht op alcoholgebruik in het verkeer [49]. Zie ook de SWOV-factsheet Verkeershandhaving.
Vergroting kennis en risicobewustzijn drugsgebruik in het verkeer
De schaarse studies naar de effectiviteit van preventieprogramma’s voor drugsgebruik in het verkeer doen een positief effect vermoeden, maar de studies zijn te beperkt in aantal en opzet om er harde conclusies aan te verbinden. In het DRUID-onderzoek werd informatie verzameld over 75 voorlichtingscampagnes over drugs en medicijnen uit 13 verschillende landen, gericht op algemeen publiek, op jongeren, op artsen/apothekers, ouders, leraren of op medicijngebruikers/drugsgebruikers. Slechts zeven van de 75 campagnes werden geëvalueerd en bij slechts een van de zeven campagne werd een positief effect gevonden op een verkeersveiligheid-gerelateerde indicator (drugsgerelateerde doden) [50]. In een meer recente studie werd van de 13 geëvalueerde drugscampagnes bij slechts een campagne een positief effect gevonden [51]. Omdat de campagne gepaard ging met zwaardere straffen voor rijden onder invloed, is het moeilijk de afzonderlijke bijdrage van de campagne zelf te beoordelen.
Een voorbeeld van aansprekende en effectieve voorlichting over alcohol is dat jongeren zelf een rit onder invloed van alcohol (onder veilige omstandigheden) kunnen ervaren [52]. Ook voorlichting over drugs zou mogelijk gebruik kunnen maken van zo’n methode.
Verstrekken informatie over rijgevaarlijke geneesmiddelen
Maatregelen tegen de negatieve effecten van geneesmiddelen in het verkeer richten zich met name op informatievoorziening over verantwoord medicijngebruik. In Nederland wordt voorlichting over geneesmiddelen verstrekt aan twee doelgroepen: de patiënten zelf en de zorgprofessionals (apothekers en huisartsen). De gebruikte mogelijkheden voor informatieverstrekking aan deze doelgroepen staan in Afbeelding 2. Patiënten kunnen zelf kennis vergaren over medicijnen door het lezen van bijsluiters of stickers op medicijnverpakkingen en door informatie op websites op te zoeken. Daarnaast geven zorgprofessionals ook voorlichting aan patiënten over de bijwerking en neveneffecten van medicijnen. De zorgprofessionals zelf krijgen actuele kennis over de werking van medicijnen via de kennisbank en de helpdesk van de KNMP en door speciale bijscholing van het Instituut Verantwoord Medicijngebruik (IVM).
Het IVM verzorgt onder andere (na)scholing en informatieve websites zoals rijveiligmetmedicijnen.nl voor patiënten en zorgprofessionals. De overheid heeft met enige regelmaat landelijke campagnes zoals ‘Rij veilig met geneesmiddelen’, met als doel om gebruikers van rijgevaarlijke geneesmiddelen bewust te maken van de risico's van deelname aan het verkeer. Faber en collega’s [6] concludeerden dat informatie op de sticker en het etiket te weinig afgestemd is op de gebruiker om betrouwbaar advies te geven of de gebruiker wel of niet aan het verkeer kan deelnemen (zie voor meer informatie hierover de vraag Zijn verkeersdeelnemers zich bewust van het effect van drugs of geneesmiddelen op het rijgedrag?).
Afbeelding 2. Voorlichting over geneesmiddelen in Nederland: kanalen en doelgroepen (KNMP = Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie, IVM = Instituut Verantwoord Medicijngebruik).