In Europa lopen de kosten van verkeersongevallen uiteen van 0,4% (Ierland) tot 4,1% (Letland) van het bruto binnenlands product. Met 2,2% (€ 17 miljard in 2018) behoort Nederland tot de landen met relatief hoge kosten (zie de SWOV-factsheet Kosten van verkeersongevallen). Wijnen et al. [11] [12] constateren dat de verschillen in ongevalskosten tussen Europese landen mede afhangen van de gebruikte berekeningsmethode. Landen die de zogenoemde ‘willingness to pay’-methode (het bedrag dat mensen bereid zijn te betalen voor een bepaalde vermindering van het ongevalsrisico) gebruiken voor de berekening van ongevalskosten, rapporteren substantieel hogere schattingen van de kosten dan landen die deze methode niet gebruiken [11]. Ook houden vier landen in Europa (Nederland, Noorwegen, Zweden, Zwitserland) bij de berekening van ongevalskosten rekening met niet-gerapporteerde ongevallen, terwijl 17 andere Europese landen hiermee geen rekening houden [11] [12]. Zie de SWOV-factsheet Kosten van verkeersongevallen voor meer informatie over de kosten van verkeersongevallen in Nederland en andere landen.
Antwoord