Hoe zit het met de botsveiligheid van scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen?

Antwoord

Scootmobielrijders zijn vrijwel onbeschermd en ook de botsveiligheid van gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen is beduidend slechter dan die van personenauto’s. Dit betekent dat er bij een botsing met een ander voertuig of een obstakel, of bij een eenzijdig ongeval, een grotere kans is op (ernstig) letsel. Dit wordt nog versterkt doordat de meeste berijders/bestuurders vanwege hun leeftijd of vanwege medische aandoeningen fysiek kwetsbaar zijn. Daardoor heeft een val of een botsing vaak ernstigere lichamelijke gevolgen dan bij een jonger, gezond persoon.

Naast de beperkte botsveiligheid voor inzittenden, dragen scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen ook bij aan de diversiteit in snelheid en massa op de weg. Vanwege het Duurzaam Veilig principe ‘(Bbio)mechanica’ is dit onwenselijk. Zie ook de SWOV-factsheet Duurzaam Veilig Wegverkeer.

Scootmobielen

Er zijn voor zover bekend geen studies die expliciet de ‘botsveiligheid’ van scootmobielen hebben onderzocht. Op grond van de algemene principes is hier echter wel wat over zeggen. Scootmobielrijders zijn onbeschermde verkeersdeelnemers, net als bijvoorbeeld fietsers en snorfietsers. Zij worden niet beschermd door een carrosserie. Net als fietsers en snorfietsers, hoeven scootmobielrijders geen helm te dragen. Bij een botsing is het risico op (ernstig) letsel voor onbeschermde verkeersdeelnemers daarom groter dan voor verkeersdeelnemers die in een zwaarder en afgeschermd voertuig rijden.

Gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen

Gesloten gehandicaptenvoertuigen en brommobielen bieden door hun carrosserie in principe een iets betere bescherming bij een botsing dan een scootmobiel, maar nog steeds veel minder dan (kleine) personenauto’s. Dat blijkt ook heel duidelijk uit de resultaten van de EuroNCAP-testen van een aantal brommobiel-modellen in 2014 en 2016 [13]. Zij scoorden erg slecht en kregen slechts een van de maximaal vijf sterren; dit omdat de carrosserie minder is voorzien van kreukelzones die, in geval van een botsing, de vrijgekomen energie kunnen absorberen. De mogelijkheden voor meer bescherming door de carrosserie zijn beperkt omdat het gewicht van een brommobiel en een gesloten gehandicaptenvoertuig de 350 kilogram niet mag overschrijden.

Het lage gewicht van een brommobiel heeft een bijkomend nadeel. Bij een botsing tussen een lichter en een zwaarder voertuig raken de inzittenden van het lichtere voertuig over het algemeen veel ernstiger gewond dan de inzittenden van het zwaardere voertuig (zie ook de SWOV-factsheet Snelheid en snelheidsmanagement). Bij een botsing tussen een brommobiel en een personenauto zijn de inzittenden van de brommobiel dus zeer in het nadeel. Verder zal met name buiten de bebouwde kom het snelheidsverschil tussen een brommobiel en het overige verkeer groot zijn, waardoor er bij een botsing meer energie vrijkomt dat dus tot groter lichamelijk letsel leidt.

Inzittenden van brommobielen hebben wel een gordelplicht, of als er geen gordel aanwezig is, een helmplicht. Voor gesloten gehandicaptenvoertuigen is er geen gordel- of helmplicht. Deze voertuigen hebben normaliter geen (goedwerkende) airbags.

Onderdeel van factsheet

Scootmobielen, gehandicaptenvoertuigen en brommobielen

Deze factsheet gaat over scootmobielen, gesloten gehandicaptenvoertuigen (zoals de Canta) en brommobielen.

Deze factsheet gebruiken?