Wat is het veiligheidseffect van autogordels?

Antwoord

Een beschouwing van 30 internationale studies toont aan dat door het dragen van een driepuntsautogordel de kans op een dodelijke afloop en de kans op ernstig letsel bij een ongeval met ongeveer 60% afnemen voor inzittenden voor in het voertuig en met ongeveer 44% voor inzittenden achter in het voertuig [11]. In termen van specifiek letsel vond een andere beschouwing van 11 internationale studies dat het dragen van autogordels resulteert in het verminderen van letsel aan gezicht, buik en rug [53]. Er werden geen significante effecten gevonden op het verminderen van letsel aan hoofd, nek, borstregio en ledematen.

Een gordel lijkt betere bescherming te bieden aan mannen van middelbare leeftijd dan aan ouderen (65+) [54] of vrouwen [54] [55]. Dit kan komen doordat autogordels worden getest met dummy’s op basis van een volwassen man [56] [57]. Ten opzichte van een volwassen man hebben ouderen onder andere relatief broze botten, waardoor de kans op gebroken ribben toeneemt door de impact van de gordel bij een botsing [58]. Voor het verschil in letselernst tussen gordeldragende mannen en vrouwen noemen ongevallenstudies dat vrouwen gemiddeld een dunnere nek en minder sterke nekspieren hebben dan mannen [54] [55]. Bij een ongeval fixeert een gordel het lichaam, maar niet het hoofd. Gecombineerd met een suboptimaal gepositioneerde hoofdsteun (eveneens getest met dummy’s op basis van een volwassen man) neemt hierdoor de kans op whiplash-gerelateerd letsel toe.

Op 1 januari 1971 werden bevestigingspunten en gordels voorin in nieuwe personenauto’s verplicht. Vanaf 1 juni 1975 werd het verplicht de gordel te dragen op voorzitplaatsen en vanaf 1 april 1992 ook op achterzitplaatsen. Bij een steekproef in 2010 droeg in de personenauto 97% van de inzittenden voorin een gordel, achterin was dat ongeveer 82% [59]. In 2020 werd bij een soortgelijke steekproef een gordeldracht van 99% gevonden bij inzittenden in de personenauto, waarbij geen onderscheid werd gemaakt tussen inzittenden voorin en achterin [60]. Bij dodelijke ongevallen blijken inzittenden minder vaak de gordel te hebben gedragen; op Nederlandse rijkswegen droeg een kwart tot een derde van de overleden inzittenden geen gordel. Ruim de helft van hen werd geheel of gedeeltelijk uit het voertuig geslingerd [61] [62].

Het veiligheidseffect van autogordels is het grootst wanneer deze correct, strak over het lichaam, gedragen worden [63]. Wanneer een gordel te veel speling heeft, ontstaat bij een botsing een grotere belasting op het lichaam, waardoor bijvoorbeeld het borstbeen en ribben kunnen breken. Men dient daarom geen dikke jas te dragen en ook geen spullen in de zakken te hebben die in het lichaam kunnen worden gedrukt. Ook kan men deels onder de gordel doorschieten als er te veel speling is, waarbij inwendig buikletsel optreedt door de heupgordel en beenletsel door aanraking met harde delen van de auto. Het diagonale of schoudergedeelte kan beter niet te dicht langs de hals lopen, maar diagonaal over het midden van de schouder en het midden van het borstbeen. Om te bereiken dat het schoudergedeelte zo goed mogelijk wordt gefixeerd, zijn auto's vaak uitgerust met een verstelbaar bovenste ankerpunt, dat de gebruiker zelf kan afstellen, afhankelijk van de lengte van zijn bovenlichaam en de stoelpositie. Het heupgedeelte dient zo laag mogelijk te lopen, over de bovenbenen, en niet in de buikstreek in verband met orgaanletsel. Vooral zwangere vrouwen dienen hierop bedacht te zijn [64].

Image
FS_Veilige_personenautos
Onderdeel van factsheet

Veilige personenauto’s

De veiligheid van auto-inzittenden is sinds de jaren ’70 sterk verbeterd, zowel uitgedrukt in het aantal doden door ongevallen, als in het Meer

Deze factsheet gebruiken?