Verkeersdeelnemers hebben vanaf hun zeventigste een verhoogd risico om te overlijden als gevolg van een verkeersongeval. Het overlijdensrisico is voor oudere automobilisten (70 jaar of ouder) 2,8 keer hoger dan voor jongere automobilisten (jonger dan 60 jaar). Als we kijken naar fietsers en voetgangers, dan zien we dat het verschil in overlijdensrisico vele malen groter is: voor oudere voetgangers is dit 6,6 keer zo hoog, voor oudere fietsers 12,4 keer zo hoog.

Er zijn verschillende maatregelen die ingezet kunnen worden om gedrag te beïnvloeden: handhaving, educatie en voorlichting, alsmede voertuigmaatregelen en infrastructurele maatregelen. Maatregelen die veilig gedrag afdwingen of uitlokken, zijn het in het algemeen het meest effectief.

Onder verkeerseducatie verstaan we alle educatieve activiteiten die als doel hebben verkeersgedrag positief te beïnvloeden. De activiteiten zijn vooral gericht op het vergroten van kennis, inzicht, vaardigheden en motivaties. Verkeerseducatie is in principe relevant voor alle verkeersdeelnemers, jong en oud, in alle verkeersrollen: permanente verkeerseducatie.

Tijdens de recentste metingen, in 2022, reed 2,6% van de automobilisten tijdens weekendnachten onder invloed van alcohol, wat bijna een verdubbeling inhoudt ten opzichte van het laagst gemeten overtrederspercentage (1,4 % in 2017).

Onder voorlichting over verkeersveiligheid vallen alle activiteiten en producten voor een vrijwillige, blijvende verandering van kennis, houding of gedrag. Er is weinig evidentie dat opzichzelfstaande massamediale voorlichting effectief is in het veranderen van gedrag of het verbeteren van de verkeersveiligheid. Uit onderzoek blijkt wel dat campagnes kunnen bijdragen aan het vergroten van draagvlak en kennis van wet- en regelgeving.

In Nederland overlijden jaarlijks gemiddeld 24 jongeren in het verkeer in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, waarvan de meeste op de fiets. Verkeersongevallen zijn, na zelfdoding, de nummer twee niet-natuurlijke doodsoorzaak van jongeren van 10 t/m 19 jaar.

Spookrijongevallen komen niet vaak voor. De afloop is echter vaak wel ernstig. De meeste spookrijongevallen ontstaan als automobilisten onbedoeld een afrit van een autosnelweg oprijden of als automobilisten keren op een autosnelweg.

In 2020 werd ruim een kwart van de totaal afgelegde fietsafstand met de elektrische fiets gereden. Ook in de ongevallen is dit terug te zien: in 2019 en 2020 reed bijna een op de drie van de dodelijke fietsslachtoffers op een elektrische fiets.

Er kwamen in 2009-2018 jaarlijks gemiddeld 51 jonge bestuurders en passagiers (18-24 jaar) om het leven in het verkeer. Het risico om bij een dodelijk ongeval betrokken te raken, ligt 4,5 keer hoger voor jonge automobilisten dan voor meer ervaren automobilisten. Dit risico is het hoogst het eerste jaar na het behalen van het rijbewijs, en daalt vervolgens snel met het opbouwen van rijervaring.

Riskant verkeersgedrag is gedrag dat de verkeersveiligheid negatief beïnvloedt, zoals rijden onder invloed van alcohol, drugs of geneesmiddelen, overschrijding van de snelheidslimiet, en dergelijke. Een specifieke vorm van riskant gedrag in het verkeer is agressief verkeersgedrag. Dat is erop gericht een andere weggebruiker opzettelijk fysiek of emotioneel schade toe te brengen, bijvoorbeeld bumperkleven, excessief toeteren, knipperen met de lichten, roepen en/of obscene gebaren maken.