Onderzoek naar dodelijke verkeersongevallen op rijkswegen in 2016

In opdracht van Rijkswaterstaat heeft SWOV onderzoek gedaan naar de dodelijke ongevallen die in 2016 op rijkswegen hebben plaatsgevonden. Het doel van het onderzoek was te leren van de ongevallen die plaatsvinden, zodat deze in de toekomst mogelijk kunnen worden voorkomen.

Het SWOV-onderzoek gebeurde volgens de zogeheten diepteonderzoekmethode: aan de hand van politiegegevens, media-informatie en beeldmateriaal van de ongevalslocaties is voor elk ongeval nagegaan welke factoren een rol speelden bij het ontstaan en de afloop. Vervolgens is nagegaan welke ongevalspatronen regelmatig terugkomen en welke factoren daarbij een belangrijke rol spelen.

De ongevalstypen die het meest voorkwamen op rijkswegen in 2016 zijn:

  • kop-staartaanrijdingen, waarvan de helft in de staart van een file;
  • aanrijdingen van een obstakel in de berm, zoals een boom of greppel;
  • frontale aanrijdingen op enkelbaanswegen; en
  • aanrijdingen van voetgangers die zich op de rijbaan bevonden.

Deze ongevallen ontstonden door een combinatie van onoplettendheid of bewust risicogedrag van de weggebruiker en een beperkte vergevingsgezindheid van de weg en directe omgeving. In een klein deel van de ongevallen speelde ook een voertuigdefect een rol. De ernst van de afloop van het ongeval werd voor een belangrijk deel bepaald door de inrichting van de berm.

Het hoofddoel van het uitgevoerde diepteonderzoek was om te leren van de ongevallen die plaatsvinden, zodat deze in de toekomst mogelijk kunnen worden voorkomen.

Een diepgaand onderzoek van elk dodelijk verkeersongeval wordt ook aanbevolen vanuit de onlangs geactualiseerde visie Duurzaam veilig Wegverkeer (DV3).