Bekend is dat 47% van de verkeersdoden het gevolg is van een verkeersongeval buiten de bebouwde kom en 42% van een ongeval binnen de bebouwde kom (Afbeelding 6). Van de overige 11% is de ongevalslocatie niet bekend omdat gegevens daarover alleen in BRON staan en dus alleen bekend zijn voor verkeersdoden die in BRON zijn geregistreerd. Niet alle verkeersdoden worden echter in BRON geregistreerd (zie ook de vraag Hoe wordt het aantal verkeersdoden in Nederland vastgesteld?). In 2023 ontbreken 76 (11%) van de 684 werkelijke verkeersdoden (volgens het CBS) in het BRON-bestand, waardoor we van dat deel niet weten waar het ongeval heeft plaatsgevonden.
Afbeelding 7 toont de verkeersdoden in 2023 naar snelheidslimiet. Hier is te zien dat op 50km/uur-wegen en op 80km/uur-wegen het grootste aandeel doden valt (respectievelijk 30% en 19% van het totale aantal verkeersdoden). Ook op 60km/uur-wegen valt een aanzienlijk deel, namelijk 17% van de verkeersdoden. Op wegen met een snelheidslimiet van 30km/uur of lager valt 12% van het totaal aantal verkeersdoden. Tot slot valt op wegen met een snelheidslimiet van 100, 120 of 130 km/uur 9% van de verkeersdoden. Van de verkeersdoden die niet in BRON zitten is de ongevalslocatie of de snelheidslimiet ter plaatse van het ongeval niet bekend.
Van het totaal aantal verkeersdoden in 2023 vielen 58% op wegvakken en 30% op kruispunten (zie Afbeelding 8).
Afbeelding 9 toont de verkeersdoden 2023 in ongevallen naar wegbeheerder. Het grootste deel van de verkeersdoden in Nederland valt op gemeentelijke wegen (62% van het totaal aantal verkeersdoden), gevolgd door provinciale wegen (16% van het totaal) en wegen van het Rijk (10% van het totaal). De minste doden vallen op wegen van overige wegbeheerders zoals waterschappen (1% van het totaal). Deze cijfers reflecteren niet alleen de mate van gevaar op deze wegen, maar vooral ook de hoeveelheid wegen en verkeer over deze wegen.