Het risico om te overlijden in het verkeer kan worden uitgedrukt als het aantal verkeersdoden per afgelegde kilometer. Het overlijdensrisico is het hoogst voor gemotoriseerde tweewielers, brom- en snorfietsers en motorrijders, ongeveer dertig keer zo hoog als het risico voor inzittenden van een personenauto (Afbeelding 10). Voor fietsers en voetgangers is het risico respectievelijk acht en zes keer zo hoog als het overlijdensrisico voor auto-inzittenden, in de periode 2012-2021.
In deze afbeelding zijn tweejaarsgemiddelden weergegeven van de periode 2012-2021 [i], omdat op jaarbasis berekende risico’s door onzekerheden in mobiliteitsgegevens en ongevallenaantallen meer van het toeval afhangen. Het meest opvallende is dat het overlijdensrisico voor auto-inzittenden de afgelopen tien jaar min of gelijk is gebleven, voor tweewielers zeker de laatste jaren een stijging vertoont, en voor voetgangers is gedaald.
Afbeelding 10. Het overlijdensrisico (verkeersdoden per afgelegde km) in Nederland voor verschillende vervoerswijzen, gemiddeld over periodes van twee jaar. Bronnen: CBS (Statistiek Verkeersdoden; Onderzoek Verplaatsing in Nederland (OViN); Onderweg in Nederland (ODiN)), RWS (Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON), bewerking SWOV.
[i] We voegen hier 2022 en 2023 aan toe zodra de data voor de risicoberekening van 2023 compleet zijn.