Verkeersdeelnemers hebben vanaf hun zeventigste een verhoogd risico om te overlijden als gevolg van een verkeersongeval. Het overlijdensrisico is voor oudere automobilisten (70 jaar of ouder) 2,8 keer hoger dan voor jongere automobilisten (jonger dan 60 jaar). Als we kijken naar fietsers en voetgangers, dan zien we dat het verschil in overlijdensrisico vele malen groter is: voor oudere voetgangers is dit 6,6 keer zo hoog, voor oudere fietsers 12,4 keer zo hoog.

Er zijn verschillende maatregelen die ingezet kunnen worden om gedrag te beïnvloeden: handhaving, educatie en voorlichting, alsmede voertuigmaatregelen en infrastructurele maatregelen. Maatregelen die veilig gedrag afdwingen of uitlokken, zijn het in het algemeen het meest effectief.

De maatschappelijke kosten van verkeersongevallen worden geschat op € 33 miljard in 2022 (met een bandbreedte van € 19 tot € 44 miljard): vergelijkbaar met 3,4% (1,9-4,6%) van het bruto binnenlands product (bbp). Dit is beduidend hoger dan andere maatschappelijke kosten door verkeer, zoals congestie (€ 2,7 tot € 3,5 miljard) en milieuschade (€ 8,2 miljard).

In 2023 vielen er 684 doden in het verkeer in Nederland. Dat zijn 61 verkeersdoden minder dan een jaar eerder, maar opnieuw meer dan tussen 2010 en 2021.

In 2022 raakten naar schatting 8.300 personen ernstig gewond in het verkeer in Nederland. Dat aantal is 1.500 hoger dan het aantal in 2021, en ook iets hoger dan verwacht kon worden bij voortzetting van de stijgende trend tot en met 2019.

Tijdens de recentste metingen, in 2022, reed 2,6% van de automobilisten tijdens weekendnachten onder invloed van alcohol, wat bijna een verdubbeling inhoudt ten opzichte van het laagst gemeten overtrederspercentage (1,4 % in 2017).

In Nederland overlijden jaarlijks gemiddeld 24 jongeren in het verkeer in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar, waarvan de meeste op de fiets. Verkeersongevallen zijn, na zelfdoding, de nummer twee niet-natuurlijke doodsoorzaak van jongeren van 10 t/m 19 jaar.

Spookrijongevallen komen niet vaak voor. De afloop is echter vaak wel ernstig. De meeste spookrijongevallen ontstaan als automobilisten onbedoeld een afrit van een autosnelweg oprijden of als automobilisten keren op een autosnelweg.

In 2020 werd ruim een kwart van de totaal afgelegde fietsafstand met de elektrische fiets gereden. Ook in de ongevallen is dit terug te zien: in 2019 en 2020 reed bijna een op de drie van de dodelijke fietsslachtoffers op een elektrische fiets.

Naar verwachting duurt het nog minstens enkele decennia voordat volledig zelfrijdende voertuigen commercieel beschikbaar zijn, als het ooit echt zover gaat komen. Wel zijn er al voertuigen beschikbaar waarin een deel van de rijtaak geautomatiseerd is en die bijvoorbeeld zelfstandig remmen, versnellen en sturen.