Voor de verkeersveiligheid zou het goed zijn als niemand meer hoeft te fietsen op een rijbaan waar gemotoriseerd verkeer 50 km/uur mag rijden. Dit doel, dat inmiddels meer dan 25 jaar beleid is, vergt dat functie en inrichting van de verkeersinfrastructuur goed op elkaar worden afgestemd. Op een aanzienlijk deel van de wegen binnen de bebouwde kom is dat echter nog altijd niet het geval.
SWOV heeft daarom onderzocht of het veranderen van de algemene snelheidslimiet van 50 naar 30 km/uur kan helpen: 30 wordt dan de norm waarbij een wegbeheerder moet aantonen dat een limiet van 50 km/uur gewenst is. Nu is dat nog andersom.
Uit het onderzoek komt naar voren dat een verlaging van 50 km/uur naar 30 km/uur op dit moment niet wenselijk en haalbaar is. Om de ongewenste menging van snelverkeer en kwetsbaar langzaam verkeer te voorkomen, is het aan te bevelen om een nieuwe wegcategorie te introduceren: de gebiedsontsluitingsweg met een limiet van 30 km/uur (GOW30). Dit staat in het SWOV-rapport 'Naar een algemene snelheidslimiet van 30 km/uur binnen de bebouwde kom?'
SWOV komt tot de conclusie dat een algehele limietverlaging een gunstig effect kan hebben op de verkeersveiligheid, maar dat daar een verminderde doorstroming en een toename van sluipverkeer tegenover staat.
Grijze wegen
De vraag over een algehele limietverlaging, raakt aan het achterliggende probleem van de zogeheten ‘grijze wegen’. Dit zijn wegen met een snelheidslimiet van 50 km/uur waarop de functies erftoegang en doorstroming beide voorkomen. Langzaam verkeer is op deze wegen vaak niet fysiek gescheiden van gemotoriseerd verkeer: een onwenselijke en onveilige situatie.
Voor deze grijze wegen in de plaats zou een nieuwe categorie gebiedsontsluitingsweg moeten worden geïntroduceerd met een limiet van 30 km/uur (GOW30) In het rapport noemt SWOV dat er voor de GOW30 duidelijkheid voor de inrichting ervan moet komen, waarbij wordt uitgegaan van de voorwaarden:
- Goede inpassing in de wegcategorisering
- Duidelijke set van minimum inrichtingseisen
- Regelgeving die het verschil tussen GOW30 en GOW50 ondersteunt
- Voldoende deskundigheid en middelen op gemeentelijk niveau