Niveau verkeersveiligheidskennis gemeenteambtenaren verschilt sterk per kennissoort

Het niveau van verkeersveiligheidskennis bij gemeenteambtenaren verschilt sterk per kennissoort.Uit een enquête die SWOV onder gemeenteambtenaren heeft gehouden blijkt dat gemeenteambtenaren op veel enquêtevragen het juiste antwoord geven, maar dat vooral over de (overwegend beperkte) effectiviteit van educatie en voorlichting kennis ontbreekt. Ook laat de kennis over de beschikbaarheid en interpretatie van ongevallendata, en specifiek over de onderregistratie ervan, te wensen over. Dit staat in het SWOV-rapport Verkeersveiligheidskennis van gemeenteambtenaren - Wat weten ze en welke kennis hebben ze nodig?

Voor het onderzoek stelde SWOV een kader op van kennissoorten waarover gemeentelijke verkeersveiligheidsprofessionals idealiter zouden moeten beschikken. Met enquêtes en interviews onderzocht SWOV de aanwezigheid van deze kennis, die in vijf categorieën kan worden ingedeeld: kennis over lokale situaties (‘situationele kennis’), algemene principes en maatregelen (‘parate kennis’), omgaan met gegevens (‘procedurele kennis en vaardigheden’), omgang met burgers en politiek (‘strategische kennis en politieke antenne’), en hun kijk op de verkeersveiligheid (‘culturele kennis’).

Veel gemeenteambtenaren gaven op de meeste vragen uit de enquête een goed antwoord. Maar er werden ook kennislacunes geconstateerd, vooral op het gebied van de (overwegend beperkte) effectiviteit van educatie en voorlichting. Zo schat, afhankelijk van de vraag, 46% tot 97% van de ondervraagde ambtenaren de effectiviteit van voorlichting en educatie te hoog in, terwijl het effect in werkelijkheid gering is of zelfs afwezig. Over de wél aangetoonde effectiviteit van vrijliggende fietspaden op 50 km/u-wegen en rotondes bleek 66% respectievelijk 30% op de hoogte. SWOV beveelt daarom aan om na te gaan waardoor de geconstateerde kennislacunes bij gemeenteambtenaren veroorzaakt worden.

Onderregistratie

Bij de procedurele kennis over datagebruik, ging de enquête vooral in op de onderregistratie van dodelijke fietsongevallen. De kennis over onderregistratie bleek wisselend. Een kleine minderheid van de gemeenteambtenaren gaf aan niet te weten wat onderregistratie is. Een grote minderheid (40%) gaf aan dat zij de onderregistratie van omgekomen fietsers in het verkeer kennen of te kunnen opzoeken, terwijl dat in werkelijkheid een lastige exercitie is.

Grote en kleine gemeenten

Ambtenaren uit grotere en kleinere gemeenten hadden over het algemeen een vergelijkbaar kennisniveau. Hetzelfde geldt voor ambtenaren uit gemeenten waar meer of minder fte aan verkeersveiligheid wordt besteed.

Behoefte aan bijscholing: experimenteer met kennisaanbod

SWOV keek in het onderzoek ook naar het kennisaanbod in de vorm van opleidingen, cursussen en congressen. Het aandeel gemeenteambtenaren binnen deze cursussen en congressen bleek sterk te wisselen en niet altijd (precies) bekend te zijn bij de aanbieders. De opleidingen, congressen en cursussen bestreken samen alle vijf hier onderscheiden kennisvormen, hoewel de kennisvormen parate kennis en omgaan met data (procedurele kennis) het meeste voorkomen.

Gemeenteambtenaren gaven in interviews aan bijscholing belangrijk te vinden, maar hier in de dagelijkse praktijk niet altijd aan toe te komen. De kennisaanbieders hebben de ervaring dat een deel van de gemeenteambtenaren behoefte heeft aan traditionele cursussen. Anderen hebben meer behoefte aan kennis verwerven ‘on the job’, bijvoorbeeld door een adviesbureau of een expertteam in te zetten en aan hen vragen voor te leggen (‘leren op afroep’), of door in bestaande overleggen met andere wegbeheerders van elkaar te leren, praktijkcasussen te bespreken en te netwerken.

Daarom zou het goed zijn om te experimenteren met nieuwe vormen van leren in en over het dagelijkse werk, met het accent op leren van elkaar, casussen uit de praktijk en ‘leren op afroep’.