Cijfers: veelgestelde vragen

Geactualiseerd
Welke gegevens over aantallen verkeersslachtoffers en -ongevallen zijn er beschikbaar?

Er is geen instantie die álle verkeersongevallen en -slachtoffers registreert. Voor veel onderzoek wordt de verkeersongevallenregistratie BRON gebruikt, het Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland. Hierin worden alle verkeersongevallen in Nederland verwerkt die door de politie zijn vastgelegd in processen-verbaal of registratiesets. BRON wordt op basis hiervan samengesteld door Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving en aangevuld met andere informatie, zoals van weginspecteurs of de marechaussee. BRON is belangrijk voor verkeersveiligheidsonderzoek omdat het vooral veel detailgegevens bevat over verkeersongevallen en -slachtoffers.

Helaas bevat BRON niet alle verkeersongevallen. Dat weten we door informatie uit BRON te koppelen aan andere bronnen waarin verkeersslachtoffers voorkomen, zoals doodsoorzakendossiers of ziekenhuisgegevens. Bij cijfers die enkel op BRON zijn gebaseerd spreken we over de in BRON geregistreerde aantallen. Door bronnen op een bepaalde manier te combineren, weten we ook de werkelijke aantallen.

Wat is het verschil tussen werkelijke en geregistreerde aantallen?

In de aantallen verkeersongevallen en -slachtoffers maken we onderscheid tussen de in een bepaalde bron geregistreerde aantallen en werkelijke aantallen. Bij de geregistreerde aantallen gaat het om de gegevens over verkeersongevallen die uit één specifieke bron komen, bijvoorbeeld uit het Bestand Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON). Maar het kan ook gaan om registraties uit enkel ziekenhuisbestanden.

Omdat databronnen met informatie over verkeersongevallen of -slachtoffers niet compleet zijn, kunnen we de werkelijke aantallen te weten komen door bronnen op een slimme manier te combineren. Voor de verkeersdoden doet CBS dat door de ingevulde doodsoorzaakformulieren, rechtbankdossiers over niet-natuurlijke doodsoorzaken en BRON met elkaar te koppelen. Voor de ernstig verkeersgewonden koppelt SWOV de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg met BRON.

Meer lezen?

Meer over het vaststellen van het aantal verkeersdoden en het aantal ernstig verkeersgewonden vindt u in het rapport Gegevensbronnen; Uitgebreid overzicht.

Hoe wordt het werkelijk aantal verkeersdoden bepaald?

Het aantal verkeersdoden wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), in nauw overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Het CBS analyseert hiervoor de gegevens uit drie bronnen:

  1. gegevens van door een arts ingevulde doodsoorzaakformulieren;
  2. de dossiers van arrondissementsparketten over niet-natuurlijke doodsoorzaken;
  3. het (voorlopige) Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland (BRON) dat gebaseerd is op de ongevalsrapporten die door de politie zijn opgemaakt en beschikbaar gesteld. De definitieve versie van dit bestand wordt door IenW gepubliceerd.

Meer over het vaststellen van het werkelijk aantal verkeersdoden: factsheet verkeersdoden in Nederland.

Hoe wordt het werkelijk aantal ernstig verkeersgewonden bepaald?

Om het werkelijk aantal ernstig verkeersgewonden te bepalen wordt de politieregistratie (BRON) gecombineerd met de medische registratie (LBZ). Het procedé hiervoor beschrijven we in de factsheet Ernstig verkeersgewonden in Nederland.

Meer lezen?

Meer over het bepalen van het aantal ernstig verkeersgewonden vindt u in het rapport Gegevensbronnen; Uitgebreid overzicht.

Wat verstaan we onder de term ‘risico’ en hoe wordt dit bepaald?

Het begrip risico wordt binnen de verkeersveiligheid op twee manieren gebruikt: 1) als de mate van gevaarzetting of gevaarzettende omstandigheid en 2) als berekende maat om verschillende groepen verkeersdeelnemers met elkaar te kunnen vergelijken.

De eerste betekenis van risico wordt vooral gebruikt in de zogeheten ‘risicogestuurde aanpak’ van verkeersonveiligheid. De mate van gevaarzetting wordt dan uitgedrukt met risico-indicatoren (bijvoorbeeld op het gebied van ‘veilige wegen’ en ‘veilige snelheden’) zodat deze bruikbaar zijn als basis voor beleid.

Met de tweede betekenis van risico wordt een getal bedoeld dat uitdrukt hoe groot de kans is op een ongeval of bepaald letsel. Het gaat dan om de totale gevaarzetting van een situatie. Het risico wordt dan doorgaans uitgedrukt als het aantal slachtoffers per afgelegde afstand (bijvoorbeeld het aantal reizigerskilometers). Hiermee kunnen we bijvoorbeeld verschillende groepen verkeersdeelnemers met elkaar vergelijken.

Zie ook:

Hoe wordt blootstelling bepaald?

Blootstelling kan op verschillende manieren worden bepaald, afhankelijk van waar we de blootstelling van willen weten. Veelgebruikte blootstellingsmaten zijn bijvoorbeeld:

  • De personenmobiliteit
  • De verkeersprestatie
  • Bevolkingscijfers

De personenmobiliteit – de afstand die mensen in het verkeer in een bepaalde verkeersrol (bijvoorbeeld als fietser) afleggen – wordt bijvoorbeeld door CBS gemeten met een jaarlijks terugkerende enquête onder een steekproef van de bevolking. Dit onderzoek kent enkele beperkingen, waaronder trendbreuken door verandering in de meetmethodes, wisselende steekproefomvang en het feit dat niet alle mobiliteit binnen Nederland wordt waargenomen. Beroepsvervoer en buitenlanders die in Nederland rijden ontbreken.

De verkeersprestatie – de afstand die door voertuigen in Nederland (bijvoorbeeld per wegtype) wordt afgelegd – werd in het verleden door CBS vastgesteld op basis van een combinatie van enquêtes onder voertuigbezitters en informatie van wegbeheerders over voertuigtellingen en weglengte. Deze statistiek wordt echter niet meer bijgehouden, maar is voor de periode 1980-1998 nog wel beschikbaar.

Bevolkingscijfers worden jaarlijks door CBS bepaald en betreffen de stand op 1 januari van het betreffende jaar. De statistiek bevat verder kenmerken zoals leeftijd, geslacht en gemeente. Hiermee kan bijvoorbeeld het aantal ongevallen tussen gemeenten naar verhouding van het aantal inwoners worden vergeleken.

Meer lezen?

Meer over deze en andere bronnen van blootstelling vindt u in het rapport Gegevensbronnen; Uitgebreid overzicht.

Hoe ik kan zelf gegevens opvragen?

SWOV maakt voor haar onderzoek gebruik van verschillende gegevensbronnen. Sommige van deze bronnen zijn openbaar, andere zijn dat niet. Op de pagina Cijfers vindt u aan de rechterkant een aanzienlijk deel van de gegevens in grafieken, tabellen en factsheets. Hiermee kunt u zelf met de beschikbare gegevens aan de slag en uw eigen selecties maken en exporteren. Klik hiervoor in een grafiek of tabel op de rechter muisknop.

SWOV-publicatie

Dit is een publicatie van SWOV, of waar SWOV een bijdrage aan heeft geleverd.